19807 |
dienblad |
theeblad:
thieëblad (L209p Merselo)
|
presenteerblad bij het theedrinken
III-2-1
|
19080 |
dienst |
dienst:
dienst (L209p Merselo, ...
L209p Merselo)
|
dienst [SGV (1914)]
III-1-4
|
32690 |
diep |
diep:
dīp (L209p Merselo)
|
In dit lemma worden de plaatselijke varianten gegeven van het woord diep, voorzover dat - evenals de termen voor het tegengestelde begrip (zie het lemma ondiep) - gebruikt wordt of kan worden in verbinding met een werkwoord voor "ploegen". Voor het begrip "diep ploegen (vóór het zaaien)" kent men in bepaalde streken een speciale term waarin het woord diep niet voorkomt. Daarvoor zie men het volgende lemma [JG 1a + 1b; N 11, 39 + 42b + 46; N 11A, 107a + 108a; L 23, 8a; A 20, 1b; A 27, 24b; monogr.]
I-1
|
24300 |
dier, beest |
dier:
dīēr (L209p Merselo)
|
dier [SGV (1914)]
III-4-2
|
33603 |
dieven, van scheuten |
dieven:
overtollige scheuten weghalen
diēve (L209p Merselo),
pluizen:
zijscheuten v planten wegnemen
plūze (L209p Merselo)
|
dieven v planten || dieven, pluizen
I-7
|
17676 |
dij |
bats:
dij wordt volgens de informant niet gebruikt.
bats (L209p Merselo),
bil:
dij wordt volgens de informant niet gebruikt.
bil (L209p Merselo),
dij:
dij (L209p Merselo, ...
L209p Merselo),
dije (L209p Merselo)
|
dij [SGV (1914)] || dij - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] || dijen [SGV (1914)]
III-1-1
|
20916 |
dille |
venneke:
vinneke (L209p Merselo),
éénjarige schermbloemkruid gebruikt bij het inmaken van augurken en komkommers
vinneke (L209p Merselo)
|
dille
I-7, III-2-3
|
24899 |
dinsdag |
dinsdag:
dinsdag (L209p Merselo),
ik kom tĕn Dinsdag (L209p Merselo),
ik kom tigge dĕn Dinsdag (L209p Merselo)
|
dag; dinsdag [N 07 (1961)] || Dinsdag [ik kon ~] [SGV (1914)]
III-4-4
|
23565 |
dirigent van het zangkoor |
dirigent (<du.):
dirigent (L209p Merselo)
|
De dirigent, de leider van het zangkoor. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22382 |
dobbelsteen |
dobbelsteen:
dobbelstee.in (L209p Merselo)
|
dobbelsteen [SGV (1914)]
III-3-2
|