e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mesch

Overzicht

Gevonden: 750
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opperhuid opperhuid: de opperhoed (Mesch) opperhuid [N 10 (1961)] III-1-1
oprispen rupsen: rupsche (Mesch, ... ) oprispen, een boertje laten [beuke, bulke, opgeure, opbotte] [N 10a (1961)] || oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] III-1-2
overall overall: overall (Mesch), overall (eng.): üveral (Mesch) overall, werkpak uit één stuk [N 23 (1964)] || Uit één stuk vervaardigd werkpak dat de metselaar ter bescherming over zijn gewone kleding aantrekt. [N 30, 5c; monogr.] II-9, III-1-3
overhemd overhemd: üverhimt (Mesch) overhemd [ingels hemd, sporthemd, frontj] [N 23 (1964)] III-1-3
overige erwten en bonen klimerwten: klimerte (Mesch) [N Q (1966)] I-7
overjas (alg.) lange jas: lange jas (Mesch), overjas: üverjas (Mesch, ... ) herenoverjas; inventarisatie huidige uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || herenoverjas; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || overjas, lange ~, dik en warm [euverpalto, palzeer, jaager] [N 23 (1964)] III-1-3
pacht? pacht: Opm. geen t aan het einde!  de paach (Mesch) pacht, het bedrag dat men jaarlijks betaalt, b.v. voor een bank in de kerk [de paacht?] [N 21 (1963)] III-3-1
pachten pachten: paachte (Mesch) pachten [werkwoord] [paachte?] [N 21 (1963)] III-3-1
pafferig dik, opgeblazen van lijf papperig (dik): papperig (Mesch), plofferig: plofferig (Mesch) dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] || opgeblazen van lijf [poesterig] [N 10 (1961)] III-1-1
pak, kostuum pak: pak (Mesch) kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)] III-1-3