e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L245p plaats=Meterik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roggebrood brood: bRōēët (Meterik) roggebrood [DC 35 (1963)] III-2-3
rok: algemeen rok: rok (Meterik) rok [SGV (1914)] III-1-3
rondsel rondsel: rontsǝl (Meterik) Het spijlen- of stavenrad dat aan de bovenzijde van het staakijzer is bevestigd. Bij de standerdmolen loopt dit rad in het aswiel, bij de Hollandse molen in het spoorwiel. Het rondsel is opgebouwd uit twee evenwijdige schijven die verbonden zijn door op regelmatige afstand loodrecht geplaatste staven. Zie ook afb. 58 en 59 en de toelichting bij het lemma ɛrondsel van de watermolenɛ.' [N O, 14a; A 42A, 11; Sche 42; N O, 41f; N D, 21; N D, 25] II-3
roof(je) (korst op een wonde) roof(je): roaf (Meterik) roof, korst [SGV (1914)] III-1-2
rook rook: rūək (Meterik) rook [SGV (1914)] III-2-1
rookvlees rookvlees: ruuwkvlei̯s (Meterik) stuk rundvlees dat gerookt is [DC 48 (1973)] III-2-3
room room: roeum (Meterik), rōēm (Meterik), rūm (Meterik) Het vette deel van de ongekookte melk dat boven komt drijven, als men de melk rustig laat staan. [N 6, 15a; N 16, 17; L 6, 15; L 14, 22; JG 1a, 1b, 2c; A 7, 15; A 39, 7a; Wi 53; Gwn 10, 1; monogr.] || room [DC 39 (1965)], [SGV (1914)] I-11, III-2-3
roos (rosa) roos: roe-u-s (Meterik), roosje: ryəskəs (Meterik) roos [SGV (1914)] || rozen [RND] III-2-1
rozijnenbrood pruimpjesweg: pruumkəswek (Meterik) wittebrood met krenten, rozijnen (en eventueel sucade) [DC 053A (1978)] III-2-3
rug rug: ruk (Meterik) rug [SGV (1914)] III-1-1