e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L245p plaats=Meterik

Overzicht

Gevonden: 1646
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoofddoek neusdoek: nuzzek (Meterik) hoofddoek [SGV (1914)] III-1-3
hoofdkaas persvlees: paarsvleis (Meterik), v-tjes op se aas  paarsflei̯s (Meterik) hoofdkaas [DC 30 (1958)] || zult (hoofdkaas) [SGV (1914)] III-2-3
hoofdkanaal kanaal: kanāl (Meterik) Het hoofdkanaal in het veen moet op de bodem minstens zeven meter breed zijn, terwijl de bruggen en andere waterwerken, met het oog op de grootte der door te laten schepen, niet minder dan zes meter doorvaartswijdte mogen hebben. [II, 91a] II-4
hoofdkussen kopkussen: koͅpkøsə (Meterik) hoofdkussen [SGV (1914)] III-2-1
hoofdpijn koppijn: kopien (Meterik) hoofdpijn [DC 27 (1955)] III-1-2
hoofdraai hoofdraai: hoofdraai (Meterik) Een tamelijk brede greppel die in het eerste jaar van steken slechts enige steken diepte verkrijgt. Later wordt ze verder uitgegraven. Ze verkrijgt vijf maal de lengte die men ieder jaar aan het te graven kanaal geeft. In de hoofdraai komen de raaien uit. [II, 18b] II-4
hoofdwijk hoofdwijk: hōfwik (Meterik) Smal kanaal waarop de wijken loodrecht staan. Het dient voor turfafvoer en is tevens afwateringskanaal van de wijken en raaien. [II, 18] II-4
hoogkar langkar: laŋkar (Meterik) In dit lemma wordt het lemma hooikar in WLD I.3 herhaald en aangevuld. Daar zijn ook de verschillende types behandeld met foto''s en is er een kaart met de verspreiding van de meest courante woordtypes. Behalve voor de hooioogst werd deze kar echter ook voor de graanoogst gebruikt. Aanvullende semantische informatie geeft de zegsman uit Q 15: "Met een lange kar werd bedoeld een kar waaraan de zg. voorboom en de zg. brak uit √©√©n stuk bestonden. Bij het inkorten van omgehakte boomstammen werd reeds rekening gehouden met het eventueel maken van een lange kar. Die lengte moest minimaal 5,20 m zijn. De breedte der burries van lange karren verschilde niet veel. De maat tussen de voorbomen was ¬± 90 cm. Hier kon men niet veel van afwijken in verband met de breedte van het paard. Soms werd om iets bredere laadruimte te verkrijgen tegen de zijkanten van het achterste gedeelte der burries aan de buitenzijde een houten balk geschroefd. De bak van de lange kar was afneembaar en in plaats daarvan werd voor het binnenhalen van de oogst het z.g. oogstgetuig geplaatst. Zodoende werd de laadruimte vergroot." [N 17, 15; N G, 51, 54a; A 42, 6a-b] I-13
hoogmis hoogmis: huəmis (Meterik) hoogmis [RND] III-3-3
hoogtijd hoogtijd: hoeugtied (Meterik) hoogtijd [SGV (1914)] III-3-3