e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meterik

Overzicht

Gevonden: 1646
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lamp lamp: lāmp (Meterik) lamp [SGV (1914)] III-2-1
lampenpit lemmet: lēmənt (Meterik) lampepit [SGV (1914)] III-2-1
landrol wel: wɛ ̝l (Meterik) De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.] I-2
lange spruit lange spruit: laŋ sprø̜j (Meterik) De langste van de twee spruiten. Zie ook afb. 25 en 26 en de toelichting bij het lemma ɛspruitenɛ.' [N O, 52b; N O, 52a; N O, 51a; monogr; A 42A, 107 add.] II-3
langpootmug hooiwagen: hu:jwagə (Meterik) langpootmug [DC 18 (1950)] III-4-2
langzaam, traag langzaam: lāŋsum (Meterik) langzaam (lui, traag, stil, telijig) [DC 39 (1965)] III-4-4
lantaarn lucht: lucht (Meterik) lantaarn [SGV (1914)] III-2-1
last van een schip last: lāst (Meterik) Bepaalde ruimte op het schip die met turf geladen wordt. [II, 90b] II-4
lastig (werken) lastig: lastig (Meterik) lastig [SGV (1914)] III-1-4
laten laten: loate (Meterik) laten [SGV (1914)] III-1-2