e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q196p plaats=Mheer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoge klomp? blok: blok (Mheer) klomp met hoge huif, hoge klomp, zonder riem gedragen [N 24 (1964)] III-1-3
hoge rijgschoen bottine: bottiene (Mheer) rijgschoenen, hoge ~ voor dames [petiens, bottines] [N 24 (1964)] III-1-3
hoge schoen met elastieken tussenstukken bot: botte (Mheer) schoenen, hoge ~ met elastieken tussenstukken in de schacht [boddekeens] [N 24 (1964)] III-1-3
hogen opbieden: opbeeje (Mheer) de eerder geboden som verhogen op een veiling [hogen, een hoog zetten] [N 89 (1982)] III-3-1
holenduif wilde duif: wil(de) dōēf (Mheer) holenduif (33 lijkt op een blauwe postduif, maar zonder witte stuit; broedt in holle bomen en de laatste tijd ook in stadstorens en muurgaten; roep [hoe-ò, hoe-ò, hoe, hoe] [N 09 (1961)] III-4-1
hommel hommel: hommel (Mheer, ... ), WLD  hommel (Mheer), mooshommeltje: ook in ZND 01, a-m  mosheumelke (Mheer) Hoe noemt u een soort bij: groot, breed gebouwd en meestal kleurig behaard (bruinrood of geel) (hommel) [N 83 (1981)] || hommel [DC 09 (1940)], [SGV (1914)], [ZND 27 (1938)] III-4-2
homp, brok, klont schoon: sjoo:n (Mheer) kluit [ZND 28 (1938)] III-4-4
hond hond: hond (Mheer), hoond (Mheer, ... ), hoont (Mheer, ... ) hond [SGV (1914)], [ZND 08 (1925)], [ZND 21 (1936)], [ZND m] III-2-1
hondenhok hondskooi: hondskoesj (Mheer), hondskouw: hondskow (Mheer) hondenhok [DC 10 (1941)] III-2-1
hondsdolheid razetig zijn: (de koe is) rǭzǝtex (Mheer) Een bij honden, wolven, vossen en andere dieren voorkomende infectieziekte die door een beet kan worden overgebracht, ook op koeien. Zie ook het lemma ''hondsdolheid'' in wbd I.3, blz. 486. [N 52, 12b; A 48A, 25] I-11