e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q196p plaats=Mheer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kieuwen (wbd) schreeuwen: sjrieëwe (Mheer) uit de verte roepen [kieuwen] [N 87 (1981)] III-3-1
kiezel, kiezelsteen kiezel: kizel (Mheer) kiezel [SGV (1914)] III-4-4
kiezen uitzoeken: ōētzeuke (Mheer) een keus doen uit een aantal voorwerpen of personen [fineren, begeren, uitmunten, uitkiezen] [N 85 (1981)] III-1-4
kikker kwakkerd: kwakkert (Mheer, ... ), ook in ZND 01u, 121; 14, 001 en 16, 004  kwakkert (Mheer), kwakvros: kwakfrøš (Mheer), ook in ZND 01u, 121; 14, 001 en 16, 004  kwakvrōsj (Mheer) kikvors [ZND 01 (1922)] || kikvors, puit [RND] || kikvorsch [SGV (1914)] III-4-2
kikkerdril kwakvrosseneieren: kwakfroͅjəɛi̯ər (Mheer), kwakvrossennest: kwakvrusje-nist (Mheer) kikkerrit [DC 09 (1940)], [RND] III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)eieren, eitjes: kwakfroͅjəɛi̯ər (Mheer), (-)nest, nesten: kwakvrusje-nist (Mheer) kikkerrit [DC 09 (1940)], [RND] III-4-2
kikkervisje koelekop: koelekop (Mheer, ... ) kikkervisje [DC 09 (1940)], [DC 17 (1949)] III-4-2
kin baard: bârt (Mheer) kin [DC 01 (1931)] III-1-1
kind (algemene benaming) kind: keend (Mheer, ... ), kīēnd (Mheer), kīnd (Mheer) kind [DC 03 (1934)], [DC 05 (1937)], [ZND 08 (1925)] || kind (een - dopen) [ZND 23 (1937)] III-2-2
kind (troetelnaam) kroddeltje: kruddelke (Mheer), liefje: leeëveke (Mheer), pommeltje: poemelke (Mheer), schaapje: sjöpke (Mheer) het liefkozend woord van ouderen voor kinderen [doeleke, dooier, fies, kadolleken, zoeteken, krotte, schijtgat, drulleke, hummel, etc.] [N 87 (1981)] III-2-2