e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q196p plaats=Mheer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kraamverzorgster wijsvrouw: wiesvrouw (Mheer) kraamverpleegster; gediplomeerde verzorgster moeder/kind [DC 12a (1943)] III-2-2
kraanvogel kroenekraan: kroenekraan (Mheer, ... ), krōēnekraan (Mheer) kraanvogel [SGV (1914)] || kraanvogel (114 alleen op trek; nu vrij zeldzaam; in grote V-vormige troepen overvliegend; alleen in Oost-Brabant; overnachtend bij vennen [N 09 (1961)] III-4-1
krabben dabben: dabbe (Mheer), krabben: krabbe (Mheer, ... ), zich op gnne kop krabbe (Mheer), kratsen: kratse (Mheer), schuren: sjoore (Mheer) krabben [SGV (1914)] || krabben: schuren, krabben tegen jeuk [schobbe] [N 10 (1961)] || krabben: zijn hoofd krabben tegen jeuk [kraowe] [N 10 (1961)] III-1-2
kramer kramer: kräämer (Mheer) kramer [SGV (1914)] III-3-1
kramsvogel krammes: krammes (Mheer) kramsvogel III-4-1
krant gazet (<fr.): gezèt (Mheer), krant: krant (Mheer) een dagelijks verschijnend drukwerk ter verspreiding van nieuws en wetenswaardigheden en tot voorlichting van het publiek [gazet, krant, courant, journaal, dagblad] [N 87 (1981)] || krant [SGV (1914)] III-3-1
krassen krassen: krasjen (Mheer), kratsen: kratse (Mheer), schramen: sjrie:me (Mheer) het geluid geven van een scherp voorwerp dat over een hard oppervlak schraapt [skratsen, krassen, kratsen] [N 91 (1982)] || krassen [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] III-4-4
kreeft kreeft: krêf (Mheer), ook in ZND 28, 048  krèft (Mheer) kreeft [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] III-2-3
krekel krekel: krekel (Mheer), kriekel (Mheer, ... ) krekel [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] III-4-2
krentenbaard krentenbaard: krentebaard (Mheer) Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 84 (1981)] III-1-2