e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q196p plaats=Mheer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mei mei: mei (Mheer) De tak, struik of vlag die geplaatst wordt op huizen in aanbouw. [N 88 (1982)] III-3-2
meiboom mei: męj (Mheer), meiden: meiden (Mheer) De omstreeks 1 mei op het dorpsplein opgerichte boom die, met linten en kransen versierd, het middelpunt van allerlei volksvermaken vormde [meiboom]. [N 88 (1982)] || Versierde tak, kleine boom of vlag die op de nok van een onderdak gebracht huis wordt geplaatst. [N 88, 183; monogr.] II-9, III-3-2
meid, dienstmeid dienstbode: dēnsbǭ (Mheer), maagd: māt (Mheer), māx (Mheer) Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.] I-6
meidoorn doorn: daore (Mheer), haagdoorn: de vrucht heet haag-appel  haag-doön (Mheer), zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd  haagdoorn (Mheer) haag- of meidoorn, met witte bloemen [ZND 24 (1937)] || haagdoorn [SGV (1914)] || meidoorn [DC 13 (1945)] III-4-3
meikever meikever: meikever (Mheer, ... ), ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005;  meikeêver (Mheer), WLD (? - moeilijk leesbaar)  meikevver (Mheer), preekheer: ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005; mannetje  prekhieer (Mheer) Hoe noemt u de meikever: een soort kever, 24-30mm lang; met dekschild, de poten en sprieten zijn bruinrood, de kop en het borststuk zwart met op de onderzijde een dichte witte beharing; de buiksegmenten zijn zwart met aan elke zijde een opvallende, helwit [N 83 (1981)] || meikever [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] || meikever, algemeen [DC 18 (1950)] III-4-2
meiraap reube: WLD  reup (Mheer) De meiraap, een vroege variëteit van de raap (meiraap, tolletje, knolletje, kelen, raap). [N 82 (1981)] I-7
meisje meidje: meitsje (Mheer), määtsche (Mheer), mèèdsje (Mheer), klein meisje  mèèdeke (Mheer) (meisje;) Zijn er verschillende namen voor kinderen van verschillende leeftijden? [DC 05 (1937)] || meisje [SGV (1914)], [ZND 11 (1925)] || meisje; (Zijn er verschillende namen voor kinderen van verschillende leeftijden?) [DC 05 (1937)] III-2-2
meisje met wie een jongen verkering heeft liefste: leëste (Mheer), (= liefste).  leeëste (Mheer), meidje: mèèdsje (Mheer) het meisje met wie men verkering heeft [parmeteit, meid, fem, frul, caprice] [N 87 (1981)] || Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft? (Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is?) [DC 05 (1937)] III-2-2
meisje met wie men verloofd is liefste: leëste (Mheer) Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is? (Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)] III-2-2
melk melk: melk (Mheer), męlk (Mheer), męlǝk (Mheer) De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.] I-11