e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q196p plaats=Mheer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voergang in de paardestal voerij: vrii̯ (Mheer) De gang, soms ook een grotere ruimte, in de paardestal vanwaaruit de paarden gevoerd worden. In de voergang sliep vaak de paardeknecht en stond de kist met haver en/of haksel (soms onder het bed van de knecht, Q 154). De voergang als slaapplaats van de knecht werd soms tot een apart vertrek in de paardestal. Als de knecht op zolder sliep, kon deze zolder ook wel met voederij aangeduid worden (Q 111). Zie ook de toelichting bij het lemma "slaapplaats van de knecht bij het vee" (2.3.10) en de daar genoemde lemmata. [N 5A, 59a en 59f; S 50; monogr.] I-6
voergang in een dubbele stal gang: gāŋk (Mheer) In een dubbele stal, waar de koeien met de koppen naar elkaar toe staan, dient de middengang als voedergang en als hij breed genoeg is tevens als opslagplaats voor (groen)voeder. Het lemma omvat benamingen zowel voor de middengang in het algemeen als voor de middengang als voedergang. Zie voor de fonetische documentatie van (voedergang), (voergang) en (voerij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). Zie afbeelding 9. [N 5A, 57a; add. uit N 5A, 48b] I-6
voering, voeringstof voerdoek: vōrdōk (Mheer), voering: vureŋ (Mheer), vōreŋ (Mheer) Stof waarmee kledingstukken van binnen bekleed worden. [N 62, 18a; N 62, 84; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 29; MW; S 41; monogr.] II-7
voertuig voertuig: voortuug (Mheer) de algemene naam voor een constructie op wielen die geduwd of getrokken wordt of door een motor voortbewogen wordt en die bedoeld is om personen of goederen te vervoeren [voertuig, voiture] [N 90 (1982)] III-3-1
voet voet: veuj (Mheer), veut (Mheer), vooat (Mheer), voot (Mheer, ... ), vó:ət (Mheer) voet [SGV (1914)], [ZND 08 (1925)] || Voet. Als hiervoor (ook) been of poot gebruikt wordt, dit vermelden, zoo mogelijk in een zin, b.v.: Hou je pooten bij je! voetje voor voetje. [DC 01 (1931)] || voeten [SGV (1914)] III-1-1
voet (alternatieve benamingen) poot: poewətə (Mheer) Voet. Als hiervoor (ook) been of poot gebruikt wordt, dit vermelden, zoo mogelijk in een zin, b.v.: Hou je pooten bij je! voetje voor voetje. [DC 01 (1931)] III-1-1
voet, maat van 0,28 m voet: voöt (Mheer) de maat die een lengte aangeeft van 28 cm [voet] [N 91 (1982)] III-4-4
voetballer voetballer: Karte 165.  vut}/[vūt}baller (Mheer) Fussballspieler. III-3-2
voetbalspel voetballen: Karte 163.  vut}ballen n. (Mheer) Fussball(veranstaltung). III-3-2
voetbalwedstrijd wedstrijd: Karte 166.  wedstrijd (Mheer) (Fussball)spiel. III-3-2