20414 |
peetoom |
peter:
peatter?? (Q196p Mheer),
pee:ter (Q196p Mheer),
peëter (Q196p Mheer, ...
Q196p Mheer),
pêter (Q196p Mheer)
|
peetoom [SGV (1914)] || peetoom (de oom naar wien iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] || peter (de man, wiens naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] || peter (doopvader) [ZND 05 (1924)]
III-2-2
|
20415 |
peettante |
paat:
paat (Q196p Mheer, ...
Q196p Mheer,
Q196p Mheer)
|
meter (de vrouw, die het kind ten doop houdt en wier naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] || meter (doopmoeder) [ZND 05 (1924)] || peettante (de tante naar wie iemand genoemd is) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
19400 |
pendule |
pendule:
pendŭŭl (Q196p Mheer)
|
Klok op de schoorsteenmantel (pendule, horloge) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
20842 |
peper |
peper:
pipper (Q196p Mheer)
|
peper [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
22446 |
periode van de ijsheiligen |
ijsheiligen:
ieshillige (Q196p Mheer)
|
De periode van de ijsheiligen, 11-14 mei; op deze dagen kan het zeer koud zijn. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22893 |
periode van de ijsheiligen add. |
strenge heren regeren niet lang:
geen bijzondere naam bekend maar dat [zie boven]wordt gezegd
sitrang hiëre regeere neët lang (Q196p Mheer)
|
periode van de ijsheiligen [VC 33 (1967)]
III-3-2
|
17911 |
persen |
persen:
pêrsche (Q196p Mheer),
Nieuw
peearshe (Q196p Mheer),
Oud
pjaarshe (Q196p Mheer)
|
persen [SGV (1914)]
III-1-2
|
21601 |
persoon die zijn belofte niet houdt |
gene van woord (pers.):
gee:ne va woord (Q196p Mheer)
|
hoe heet: een belofte of een gegeven woord niet houden, een overeenkomst opzeggen? (in 1 woord) [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
19229 |
persoon met een lastig karakter |
kop:
Vraag 383 is dubbel (dus 2 x 97 moet nog worden opgesplitst in twee lemmata: "persoon met een lastig karakter"; "een niet gemakkelijk, lastig karakter hebbend
⁄nne kop (Q196p Mheer)
|
een lastig moeilijk karakter hebbend [niepoter, nietprut, kummelij] [N 85 (1981)]
III-1-4
|