e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mheer

Overzicht

Gevonden: 4071
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dier, beest beest: hier ook opgenomen mat. van ZND 21, 011  bie:st (Mheer), ook in ZND 23, 009  bieəst (Mheer), dier: deer (Mheer, ... ) beest [ZND 01 (1922)] || dier [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] III-4-2
dij bats: bats (Mheer), batse (Mheer), dij: die (Mheer), dieje (Mheer), dik van het been: dikke van t been (Mheer), et dik vanet beijn (Mheer) dij [SGV (1914)] || dij - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] || dijen [SGV (1914)] || Hoe heet het been boven de knie ? [ZND 23 (1937)] III-1-1
dikke neus klomp: kloomp (Mheer) neus, Een dikke ~ (domper, kolf, tromp, domphoren). [N 84 (1981)] III-1-1
dikke want want: waante (Mheer) wanten, dikke ~, gemaakt van grove (wollen) stof [pieje, piejhesje] [N 23 (1964)] III-1-3
dikke wollen sjaal wollen sjerp: wolle sjèèrp (Mheer) das, dikke wollen (winter)~ [N 23 (1964)] III-1-3
dikke, warme mantel dikke mantel: einnen dikken mantel (Mheer, ... ), mantel: mantel (Mheer) damesmantel, warme ~ [windvanger, kabang] [N 23 (1964)] || een dikke mantel [ZND 31 (1939)] III-1-3
dinsdag dinsdag: dee:nsdig (Mheer), deeënsdig (Mheer), ich kom deensdig (Mheer), ich kôâm e dee- (Mheer) dag; dinsdag [N 07 (1961)] || de derde dag van de week, dinsdag [destag, dijsdag, dijnsdag, diessendag] [N 91 (1982)] || Dinsdag [ik kom ~] [SGV (1914)] III-4-4
dinsdag voor aswoensdag vastavondsdinsdag: Vastaovendsdeensdig (Mheer), vastaovesdeensdig (Mheer) De naam voor de dinsdag vóór aswoensdag [carnavalsdinsdag]. [N 88 (1982)] || naam voor de dinsdag voor Aswoensdag [VC 26 (1961)] III-3-2
directoire directoire (fr.): directoire (Mheer) directoire, damesbroek met elastiek in de pijpezoom [sjans-, sjemieboks] [N 25 (1964)] III-1-3
dirigent directeur: directeur (Mheer) De leider van een orkest of koor [dirigent, muziekmeester]. [N 90 (1982)] III-3-2