e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L159a plaats=Middelaar

Overzicht

Gevonden: 2389
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drinkkuil in de wei weterkuil: wętǝrkyl (Middelaar) Een kuil in het weiland met drinkwater voor het vee. De woordtypen drinkput en put duiden op een put gemaakt van cementen ringen. [N 14, 70; A 21, 1h; monogr.] I-8
droge plekken in moeras zandkop: zāntkop (Middelaar) Hoger gelegen, droge plekken in een moerasgebied. [N 27, 21a; R 3, 9] I-8
drogen, droog worden (van gemaaid gras) besterven: bǝstērvǝ (Middelaar) Het droog worden, gezegd van gemaaid gras. [N 14, 90; monogr.] I-3
dronken zat: zat (Middelaar) dronken [N 10 (1961)] III-2-3
dronken zijn diep in het glaasje kijken: díép èèn t glaeske gekéke (Middelaar), een stuk in zijn kont hebben: n stuk in zien kóónt hebbe (Middelaar), goed zat zijn: goed sööt zien (Middelaar), hem goed zitten hebben: hij het eim góéd zitte (Middelaar) dronken [N 10 (1961)] III-2-3
droog blijven t blijft over]: ’t wèèrt hin (Middelaar) droog blijven hoewel er regen dreigt, gezegd van het weer [t weert heen [N 22 (1963)] III-4-4
droog weer droog: drêuch (Middelaar), gedroogd: gedreugd (Middelaar) droog [DC 45 (1970)], [RND] III-4-4
droogstaan droogstaan: drø̄xstǭn (Middelaar) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
druilerig en koud weer miezerig (weer): miezerig (Middelaar) druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)] III-4-4
druk heen en weer lopen bedrijvig lopen: bedrievvig lope (Middelaar) lopen: bedrijvig heen en weer lopen [rettereere, rondriddere] [N 10 (1961)] III-1-2