e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Milsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lage, natte plekken in moeras gat: gat (Milsbeek), zomp: zōmp (Milsbeek) De lager gelegen delen in een moeras waarin steeds water staat. [N 27, 21b] I-8
lage, natte zandgrond zure grond: zūrǝ grōnt (Milsbeek) [N 27, 35; R 3, 5] I-8
lagenveld lagenveld: lø̄̄gǝvę ̞lt (Milsbeek) Plaats waar de gedroogde stenen worden opgeladen voor vervoer naar de steenoven. [monogr.] II-8
lammeren lammen: lāmǝ (Milsbeek) Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12
lammetjespap lammetjespap: lɛmkəspap (Milsbeek), lɛməkəspap (Milsbeek) lammetjespap, boekweitpap voor jonge kinderen III-2-3
lamoen gestel: gǝstęl (Milsbeek) Het voorstel in z''n geheel: de twee berries en de verbindingsscheien. De benaming voor het lamoen komt voornamelijk voor in het zuidoosten van Belgisch Limburg en in het zuiden van Nederlands Limburg. [N 17, 50b + 90; N G, 54b + 56h + 64a; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20] I-13
lamp lamp: lāmp (Milsbeek), tondelpot: tōntəlpoͅt (Milsbeek) lamp III-2-1
lampenpit lampenpit: laampepit (Milsbeek) lampepit van katoen in een petroleumlamp (limet, lemmet, lemment, lemmert) [N 20 (zj)] III-2-1
landrol welboom: wɛlbǫm (Milsbeek) De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.] I-2
langgerekt hok hok: hǫk (Milsbeek) De langwerpige stuik waarin de schoven in een dubbele rij tegen elkaar aan staan; zonder menneke. Volgens Goossens 1963, krt. 36 komt deze "walenmandel" met name voor in West-Haspengouw, maar ook elders in Limburg is deze vorm bekend en heeft hij een eigen naam. [N 15, 57a; JG 1d, 2c; Goossens 1963, krt. 36; monogr.] I-4