34571 |
langwagen |
houtwagen:
hǭltwāgǝ (L163a Milsbeek)
|
Vierwielige wagen, waarvan het voorste en het achterste asstel met elkaar verbonden zijn door een lange zware balk, de zogenaamde "langboom". De bak rust op drie ronblokken (zie dat lemma). Het achterstel bestaat uit een as, een asblok (zie dat lemma) en een rongblok. De langboom zit met een pin vast in het rongblok. Asblok en rongblok zijn op elkaar bevestigd. De twee achterste wagenarmen zorgen er samen met de langboom voor dat het achterstel onbeweeglijk is. Het voorstel bestaat uit een asblok, een middenblok en een rongblok. De bak rust op de rongblokken; de langboom en de voorste wagenarmen steken door het middenblok. Dwars door de drie blokken steekt een draaipin, waardoor het rongblok kan draaien boven de andere blokken. De dissel (zie dat lemma) zit geklemd tussen de voorste wagenarmen. De langwagen komt voornamelijk in Haspengouw, meer bepaald Droog-Haspengouw, voor. [N 17, 43c; N G, 51 + 70a; JG 1b + 1d]
I-13
|
19599 |
lantaarn |
lantaarn:
lantɛr (L163a Milsbeek),
lantɛrn (L163a Milsbeek),
lucht:
løxt (L163a Milsbeek)
|
lantaarn || lantaarn, lamp
III-2-1
|
18222 |
lap |
lap:
lap (L163a Milsbeek)
|
Lapje leer dat men ter reparatie op een scheur op het schoeisel zet. [N 60, 233g]
II-10
|
18346 |
lap op een schoen |
lap:
làp (L163a Milsbeek)
|
Een lapje leer op de scheur op het schoeisel (huif?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
19297 |
lastig (werken) |
strabant:
Dèn, duut nie zö straba.nt; cf. Weijnen Etymologisch Dialectwoordenboek, p. 196 s.v. "strabant
straba.nt (L163a Milsbeek),
zie straba.nt
stra.nt (L163a Milsbeek)
|
brutaal, lastig
III-1-4
|
31724 |
lat |
lat:
lat (L163a Milsbeek)
|
In het algemeen een gezaagde strook hout met geringe breedte en dikte. [N 50, 73e; N 50, 74a; monogr.]
II-12
|
33384 |
latierboom |
boom:
bom (L163a Milsbeek)
|
Een horizontale balk die twee paarden van elkaar scheidt, meestal hangend aan kettingen, ook wel vast verbonden. In plaats van een hangende balk kan er ook een eenvoudige en niet al te hoge tussenwand zijn. Met een box is een afgeschutte ruimte voor één paard bedoeld; de tussenwand maakt dan deel uit van de box. [N 5A, 59d; monogr.]
I-6
|
34642 |
latwerk |
hort:
hort (L163a Milsbeek)
|
Latwerk dat op de berries van de kruiwagen gelegd werd, ten einde het laadvlak te vergroten. [N 18, 101; JG 1d]
I-13
|
20479 |
leeftijd, ouderdom |
ouder:
a.lder (L163a Milsbeek)
|
ouderdom
III-2-2
|
18920 |
leegloper |
leegganger:
Dèn lèèggénger mót nog leere ien zien ha.nd te spïjje
lèèggénger (L163a Milsbeek),
oelewapper:
Da stèlleke uulewappers hèt nog noojt iets uutgevoe.rd
uulewapper (L163a Milsbeek)
|
leegloper || oelewapper, waardeloze kerel
III-1-4
|