e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Milsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tafel tafel: toͅfəl (Milsbeek) tafel III-2-1
tafelmes tafelmes: taofelmes (Milsbeek) mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)] III-2-1
tak (alg.) stek: sték (Milsbeek), tak: tak (Milsbeek) tak III-4-3
tak op ingezaaid land mei: męi̯ (Milsbeek) De tak, stok of bundel stro die men op de pas ingezaaide akkers plaatste om aan te geven dat deze niet betreden mochten worden door jagers en anderen. Voor streep, zie WNT s.v. in de betekenis "grensteken". [N M, 26; monogr.] I-4
takkenbos, bussel hout bos hout: ⁄n bós haolt (Milsbeek), krikbos: (2 cm. lang).  kribbós (Milsbeek) inventarisatie benamingen takkenbos, bussel takken en twijgen alnaargelang houtsoort of boslengte [N 27 (1965)] || takkenbos, bussel takken en twijgen [N 27 (1965)] I-7
tam konijn rammelaar: rémmeler (Milsbeek) konijn [ZND 29 (1938)] III-2-1
tanden van de hooihark tanden: tãnt (Milsbeek) De houten pennen die aan beide zijden uit de dwarsbalk van de hooihark steken; zie afbeelding 11, d. Alle opgaven zijn in het meervoud. [N 18, 92d] I-3
tapuit zandloper: za.ndleuper (Milsbeek) tapuit III-4-1
tarwebrood weiten weg: wēͅi̯təweͅk (Milsbeek) tarwebrood III-2-3
tas stenen tas: tas (Milsbeek) Een hoop gestapelde metselstenen. [N 31, 12; N 98, 158; L 26, 10; S 12; monogr.] II-8