e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Milsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tussenzool tussenzool: tøsǝzǭl (Milsbeek) Een dunne zool die van binnen in de schoen gewerkt is en die tussen de eigenlijke zool en de binnenzool ligt. [N 60, 171a] II-10
tussenzool [wld ii.10, p. 40] tussenzool: Van halve lengte.  tussəzaoḷ (Milsbeek) Een dunne zool die van binnen in de schoen gewerkt is en tussen de eigenlijke zool en de binnenzool ligt? (tussenzool?) Vgl. tek. 88. [N 60 (1973)] III-1-3
tweede grasoogst ø̜ø̜(ww)ø̜ø̜: nǭwęi̯ǝ (Milsbeek) Het gras dat de koeien afgrazen als ze voor de tweede maal in de wei lopen. [N 14, 129b] I-3
tweede verkoping toeslag: den toeslag (Milsbeek) de tweede verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij wordt afgemijnd [de toeslag?] [N 21 (1963)] III-3-1
tweeling tweeling: twèlling (Milsbeek) tweeling III-2-2
tweespeen tweedemer: twēdēmǝr (Milsbeek) Koe die slechts uit twee spenen melk geeft. [N 3A, 66] I-11
twijg, jonge tak peits: piets (Milsbeek), rijs: rie.s (Milsbeek), twijg: twie.g (Milsbeek), wis: wis (Milsbeek) takje || twijg III-4-3
twijnen (draad) draaien: drǭt drɛ̄jǝ (Milsbeek) Het in elkaar draaien van hennepvezels tot een draad. [N 60, 197a] II-10
ui, ajuin look: look (Milsbeek), zwiebel: zwie.bel (Milsbeek) ui I-7
uienpannenkoek lookkoek: lōkkūk (Milsbeek) pannekoek met ui III-2-3