e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Milsbeek

Overzicht

Gevonden: 2537
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blik keerblik: kēͅrbleͅk (Milsbeek) blik III-2-1
bliksem, bliksemflits weerlicht: wèrlicht (Milsbeek), wérlicht (Milsbeek) bliksemflits, weerlicht || bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)] III-4-4
bliksemen weerlichten: ⁄t wérlicht (Milsbeek) bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] III-4-4
bloedaders melkaders: mɛlkǫi̯ǝrs (Milsbeek) Aders zichtbaar op de uier. [N 3A, 118c] I-11
bloedluis bloedluis: WLD  blōēdluus (Milsbeek) bloedluis, luis die kankergezwellen veroorzaakt aan appelbomen [N 26 (1964)] III-4-2
bloedzuiger bloedzuiger: WLD  bloedzūūger (Milsbeek), teek: tèèk (Milsbeek) bloedzuiger || bloedzuiger [lok, echel, deegel, bloodiegel, -zuuker] [N 26 (1964)] III-4-2
bloei bloei: blööj (Milsbeek) bloei III-4-3
bloem (alg.) bloem: bloem (Milsbeek) bloem III-4-3
bloemkool bloemkool: bloemkool (Milsbeek) bloemkool als gerecht [N Q (1966)] III-2-3
blok, klos om het touw aan te spannen knevel: knevel (Milsbeek) Het hulpmiddel dat dient om het touw waarmee de lading gebonden is nog strakker aan de spannen. Het gaat hier om een los stuk gereedschap, een klos, een katrol of een willekeurig ander stuk hout waaromheen of waardoorheen het touw wordt gehaald en aangetrokken. Voor dit doel kan ook de vregelstok worden gebruikt waaromheen het touw als met een knevel wordt aangedraaid. [N 18, 140; A 34, 10; add. uit N 17, 40; A 34, 9 en 12d; monogr.] I-3