24584 |
eendekroos |
kroos:
kraos (L163a Milsbeek)
|
kroos
III-4-3
|
32631 |
eenscharige ploeg, rondgaande ploeg, voetploeg, radploeg, karploeg |
omganger:
ømgɛŋǝr (L163a Milsbeek)
|
In dit lemma zijn de benamingen bijeengebracht voor a) de oude, houten, later ook ijzeren voetploeg, die in plaats van een schaats soms een wieltje had; b) de oude houten, later ook wel ijzeren karploeg waarmee men ofwel naar één kant, dus "rond" moest ploegen ofwel heen en weer kon ploegen, omdat kouter en riester op een naar rechts resp. naar links om te ploegen voor konden worden ingesteld. De oude ploeg kon, zoals de voetploeg in K 315, 353, 359 en Q 27 en de houten karploeg in L 115, ook gewoon "de ploeg" genoemd worden, omdat hij ter plaatse destijds het enige of meest gebruikte type was. Voor zijn opvolger, en met name de wentelploeg, kwam dan meestal een bijzondere term in gebruik. [N 11, 30 + 32c + 32e; N 11A, 67 + 68 + 69 + 75e + 78 + 97 + 114; N J, 10 add.; JG 1a + 1b; N 12, 25 add.; N 27, 14 + 15 add.; A 27, 24 add.; A 33 add.; div.; monogr.]
I-1
|
19119 |
eer |
eer:
Hïj hie.l de eer én zien èège
eer (L163a Milsbeek)
|
eer
III-1-4
|
32956 |
eerste hooioogst |
eerste snit:
ørstǝ snet (L163a Milsbeek)
|
Hier zijn opgenomen de benamingen van de eerste hooioogst die zijn opgegeven in tegenstelling tot die voor de tweede hooioogst; wanneer de opgave hetzelfde was als die voor hooi in het algemeen, is deze niet hier, maar bij het lemma ''hooi'' ondergebracht. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. [N 14, 128a]
I-3
|
21564 |
eerste opbod |
inzet:
den ienzét (L163a Milsbeek)
|
de eerste verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij bij opbod wordt geboden [den inzet?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
33121 |
eerste rij schoven van het dorsbed |
bed:
[bed] (L163a Milsbeek)
|
De meest gebruikelijke inrichting van het dorsbed bestaat uit één lange rij schoven, in de lengterichting van de dorsvloer achter elkaar gelegd, en daarop een tweede laag die bestaat uit twee rijen, met de koppen van de schoven naar elkaar toegekeerd, zodat de aren op de eerste, ondersterij rusten. In dit lemma staan de benamingen van de eerste, onderliggende rij bijeen, die in lengterichting achter elkaar liggen. Opmerkenswaard (en elders ongebruikelijk) is hetgeen de zegsman van L 330 opgeeft: "drie of vier schoven werden losgemaakt en uitgespreid over de dorsvloer voordat het eigenlijke bed van twee rijen schoven met de koppen naar elkaar toe werd gelegd". Voor de fonetische documentatie van de woord(delen) [bed] en [brei], zie het lemma ''dorsbed, de laag schoven op de dorsvloer'' (6.1.16). Zie ook afbeelding 11, a.' [N 14, 17a; JG 1c, 2c; monogr.]
I-4
|
24972 |
eerstvolgend, ernaast |
nevenbij:
nèvvenbïj (L163a Milsbeek)
|
tussen haakjes, terzijde; ernaast, erbij
III-4-4
|
19952 |
eetketel |
henkelmann:
heŋkǝman (L163a Milsbeek)
|
Etensketel waarin de warme maaltijd voor de steen- en pannenbakkers werd gebracht, bestaande uit twee of drie pannen die door een handvat met elkaar verbonden waren. In L 270 werd een dergelijke dubbelketel met warm eten ɛs middags meestal door kinderen naar de kleiput gebracht.' [N 98, 12; monogr.]
II-8
|
30989 |
effenen |
besnijden:
bǝsnęjǝ (L163a Milsbeek),
pasmaken:
pasmākǝ (L163a Milsbeek),
passnijden:
passnęjǝ (L163a Milsbeek)
|
Het bijsnijden van de binnenzool naar het model van de leest. "Uit het daarvoor bestemde stuk leer wordt eerst een binnenzool gesneden, op de leest vastgespijkerd met kleine spijkers en daarna naar het model van de leest bijgesneden." (Directie, pag. 300). [N 60, 79]
II-10
|
33709 |
egaliseren |
gelijkmaken:
glikmākǝ (L163a Milsbeek)
|
De grond met de schop egaliseren, al spittend gelijkmaken. [N 27, 11]
I-8
|