e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Moelingen

Overzicht

Gevonden: 788
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hak van een schoen hak: de hakke van ene schóón (Moelingen), hak (Moelingen) hak van de schoen [N 07 (1961)] III-1-3
handvol -bij het zaaien handvol: hāmfǝl (Moelingen) Strikt genomen lopen twee begrippen dooreen: de handvol zaaigoed die de zaaier telkens uit het zaaikleed of de zaaibak neemt om deze uit te strooien, en de hoeveelheid die men, dan vaak met twee handen tegelijk, op kan nemen om de zaaibak te vullen; dit laatste is eigenlijk grob of hoopsel; wanneer beide woorden werden opgegeven, is bij het laatste type opgenomen dat het om twee handen gaat. Ontegenzeglijk wordt grob ook gebruikt voor de handvol bij het zaaien. Zie de toelichting bij het lemma ''met de volle hand -zaaien'' (2.12). [JG 1a, 1b; Wi 51; monogr.] I-4
hangen hangen: hange (Moelingen, ... ) hangen [ZND m] III-1-2
hangslot kluister: kloester (Moelingen) hangslot [N 07 (1961)] III-2-1
haring haring: heering (Moelingen) haring [Willems (1885)] III-2-3
hart hart: hart (Moelingen) hart [RND] III-1-1
haver haver: hǭvǝr (Moelingen) Avena sativa L. Men zaait ongeveer 200 kg haver per hectare. Zie afbeelding 1, b. [JG 1a, 1b; A 2, 31; L 35, 101; L lijst graangewassen, 3; Wi 50; monogr.; add. uit N 15, 1a] I-4
heen en weer (bewegen) heen en weer: heen en weer loape (Moelingen), op en af: he löpt op en aáf (Moelingen) heen en weer lopen [op en aaf lope] [N 07 (1961)] III-4-4
heer heer: hi:r (Moelingen) heer [RND] III-3-1
hemel hemel: hi:məl (Moelingen) hemel [RND] III-3-3