e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Moelingen

Overzicht

Gevonden: 788
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zaaitijd zaaitijd: zīi̯tit (Moelingen) De tijd waarin gezaaid werd. Daar waar de j-klank in het woord zaaien in het westen van Belgisch Limburg, waar het vocalisme van ''zaaien'' en ''zaden'' samenvalt, ontbreekt, is niet altijd uit te maken of het eerste lid ''zaai-'', dan wel ''zaad-'' is; zie het lemma ''zaaien'' (2.1). De volgorde van de ''zaai-''varianten is die zoals in het lemma ''zaaien'' (2.1) [N M, 21; Wi 18; monogr.] I-4
zand, zandgrond zand: zānt (Moelingen) Zand is steenstof, een geologische formatie die uit losse, fijne korrels kwarts en glimmer bestaat. Zandgrond is de grondsoort die uit zand bestaat, en is lichte, niet zoʔn vruchtbare grond. Zavel bestaat voornamelijk uit zand met wat lichte klei. [N 27, 40; Wi 52; S 45; L 7, 61a; L 8, 103; N 11, 2f add.; N 18, add.; A 10, 4; Vld.; monogr.] I-8
zang zang: zānk (Moelingen) Zang. [Willems (1885)] III-3-2
zeggen zeggen: zegge (Moelingen) zeggen [ZND m] III-3-1
zeven met de handzeef zeven: zē̜vǝ (Moelingen) Zaaigraan winnen uit het met de wan gezuiverde graan door het te zeven. [N 14, 41b, 42b en 43b; JG 1a, 1b; Wi 43; S 45; monogr.] I-4
ziek krank (du.): krānk (Moelingen) ziek [ZND 39 (1942)] III-1-2
zien, kijken komen: kwome (Moelingen), zien: zīn (Moelingen) kijken [ZND m] || zien [RND] III-1-1, III-1-2
zijde zij: peng in de zij (Moelingen) zij, zijde (pijn in de zij) [N 07 (1961)] III-1-1
zingen zingen: zenge (Moelingen, ... ) III. zingen; hij zong; gezongen. [ZND 25 (1937)] || Zingen. [Willems (1885)] III-3-2
zuurkool zuurmoes: zurmōs (Moelingen) zuurkool [ZND 08 (1925)] III-2-3