e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Molenbeersel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verwend kindje bedorven kindje: bədourvə kint’ə (Molenbeersel) bedorven kindje; het is een - - [ZND 05 (1924)] III-2-2
vest wambuisje: wēͅ:məskə (Molenbeersel), weͅməskə (Molenbeersel) vest (fr. gilet) [ZND 16 (1934)] || wit vest (manskledingstuk waarin het horloge gedragen wordt) [ZND 08 (1925)] III-1-3
veulen veulen: vø̄.lǝ (Molenbeersel) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9
viertakrijn viertakrijn: vēǝrtakrin (Molenbeersel) Rijn met vier rijntakken. [N O, 15d; A 42A, 21; Vds 132; Coe 101; N O, 15b; N O, 15c] II-3
vieruursboterham koffie, de -: kofī (Molenbeersel, ... ) de maaltijd die gewoonlijk rond vier uur in de namiddag gebruikt wordt, het vieruurtje [ZND 06 (1924)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 15 - 15 uur 30 [ZND 18G (1935)] III-2-3
vijf centiem knabje: ə knäpkə (Molenbeersel) Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 5 centimes? [ZND 28 (1938)] III-3-1
vijfentwintig centiem kwartje: ə kwārtjə (Molenbeersel) Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 25 centimes? [ZND 28 (1938)] III-3-1
vijver wijert: wīǝrt (Molenbeersel) Kleine, natuurlijke of (meest) gegraven, vaak omsloten waterplas. Vroeger groef men vaak vijvers om er vis in te houden. Tegenwoordig is de vijver vaak een deel van een park- of tuinaanleg. [R 7, 18; S 40; A 20, 1e; L 8, 47; monogr.] I-8
vinden vinden: venə (Molenbeersel) vinden [ZND m] III-1-2
vinger vinger: viŋər (Molenbeersel, ... ) Doorn: ik heb een doorn in mijn vinger [ZND 23 (1937)] || vinger [RND] III-1-1