e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Molenbeersel

Overzicht

Gevonden: 2015
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
getuigen getuigen: gətygə (Molenbeersel) getuigen [ZND 24 (1937)] III-3-1
gevaarlijk gevaarlijk: met veur speulen is gevoarlek (Molenbeersel) Met vuur spelen is gevaarlijk. [ZND 37 (1941)] III-1-4
gevaarlijke kerel gevaarlijk: det is ne gevoarleke kèrel (Molenbeersel) Dat is een gevaarlijke kerel. [ZND 37 (1941)] III-1-4
gevangenis prison (<fr.): Van Dale: prison (&lt;Fr.), (gew.) gevangenis.  prəso[u}ŋ (Molenbeersel) gevangenis [ZND 24 (1937)] III-3-1
gevoelloos (zijn) doof: doūf (Molenbeersel) in die vinger heb ik geen gevoel; hij is helemaal ... [ZND 24 (1937)] III-1-1
gewone spurrie spurrie: spø̜rǝx (Molenbeersel) Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.] I-5
gewricht geweek: gəwēk (Molenbeersel) hoe heet het gewricht van een lidmaat, d.i. de plaats waar de beenderen van armen of benen met elkaar verbonden zijn ? [ZND 24 (1937)] III-1-1
gezicht gezicht: blɛik gəsicht (Molenbeersel), gəzixt (Molenbeersel) hij heeft een flets gezicht (bleekgeel, ziekelijk) [ZND 23 (1937)] || viel hij maar eens op zijn gezicht [ZND 08 (1925)] III-1-1
gezicht (spotnamen) muil: mul (Molenbeersel), smoel: Plat.  smūl (Molenbeersel), snuit: laŋ snūt (Molenbeersel) muil [ZND m] || Snuit. Een lange snuit. [ZND 07 (1924)] || viel hij maar eens op zijn gezicht [ZND 08 (1925)] III-1-1
gezwad, regel gemaaid gras gezwad: gǝzwā.t (Molenbeersel), zwad: zwāt (Molenbeersel) De in dit lemma opgenomen woorden zijn van toepassing op de regel afgemaaid gras zoals een maaier die al voortgaande aan zijn linkerzijde vormt. Zie de toelichting bij het voorgaande lemma. = Bij de plaatscode duidt op gelijkheid van de benamingen voor zwad en gezwad in deze plaats; zie ook de kaart. [N 14, 93; JG 1a, 1b, 2c; A 16, 1b; A 4, 28 add.; A 23, 16 add.; L 8, 137; L 20, 28 add.; S 47; Gwn 7, 9; Lu 1, 16 II add.; monogr.] I-3