e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
engelbewaarder engelbewaarder: ingelbewaarder (Montfort) Een beschermengel, bewaarengel, engelbewaarder, schutsengel. [N 96D (1989)] III-3-3
engels gras pastoorsgras: WLD  pastoors graas (Montfort) Engels gras (armeria vulgaris o.s. maritima 5 tot 40 cm lage plant. De bladeren groeien in een dicht wortelrozet en zijn lijnvormig; de bloemen bevinden zich in dichte hoofdjes aan het eind van de onvertakte stengels, de stengels hebben geen bladeren, m [N 92 (1982)] III-4-3
engerling, larve van de meikever larve: larf (Montfort, ... ) engerling, meikeverlarve [DC 18 (1950)] || larve vd meikever [DC 18 (1950)] III-4-2
enig kind enig kind: eenig kindj (Montfort), koekoeksjong: koekoeksjonk (Montfort) een enig kind; een kind dat geen broers of zusters heeft [koekoek, koekoeksjong] [N 87 (1981)] III-2-2
enkel enkel: inkel (Montfort) enkel [SGV (1914)] III-1-1
enkele kunstmestsoorten chili: š˙il (Montfort) In dit lemma is een aantal (verzamel)termen voor moderne kunstmestsoorten bijeengezet. De opsomming is verre van volledig, omdat naar het gebruik en de uitspraak van evt. regionale en algemene benamingen voor de verschillende kunstmeststoffen niet overal, noch genoegzaam werd ge√Ønformeerd. [N 11A, 62b; N 11, 27 add.; N P, 8 + 9 add.; div.; monogr.] I-1
enten enten: intje (Montfort), intšə (Montfort) [RND 08] [SGV (1914)] I-7
envelop envelop (<fr.): anvəlòp (Montfort), envelop (Montfort) de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)] III-3-1
epidemie krankheid: krankheit (Montfort), krankte: kringdje (Montfort) Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie). [N 84 (1981)] III-1-2
epistel epistel (<lat.): epistel (Montfort, ... ) De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)] III-3-3