e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grenzen grenzen: grènzə (Montfort), tegeneenliggen: tegenein (liggen) (Montfort) tegen elkaar liggen, gezegd van stukken land of staten [grenzen, renen] [N 91 (1982)] III-4-4
griffel griffel: griefel (Montfort), griffəl (Montfort) een stift van leisteen om daarmee op een lei te schrijven [griffel, griffie, grift, touche, cijferpen] [N 87 (1981)] III-3-1
grijns grijnslach: grinslach (Montfort) grijns [grijnst] [N 10 (1961)] III-1-4
grijnzen grijnzen: greinzə (Montfort), grenzen (Montfort), grijnzen (Montfort), grijnzə (Montfort) grijnzen [SGV (1914)] || spottend lachen soms met een onaangename vertrekking van het gezicht [grijzen, blieken, blikken, grijzen, griemen] [N 85 (1981)] III-1-4
grijpen door roofdieren klampen: klampe (Montfort), pakken: WLD  pakkə (Montfort) Hoe noemt u het vastgrijpen van ratten, muizen, etc. door roofdieren (klampen) [N 83 (1981)] III-4-2
grijpen naar grijpen: örges haer grīēpe (Montfort) grijpen naar iets [naar iets raome] [N 10a (1961)] III-1-2
gril gril: gril (Montfort), kuur: kuur (Montfort, ... ), nuk: nuk (Montfort), streek: streek (Montfort) een plotseling opkomende onberedeneerde gedachte of wens [gril, loet, nuk, kuur, streek, kneep, stuip, bijze] [N 85 (1981)] III-1-4
grinniken grinniken: grinneken (Montfort), grinnəkə (Montfort) lachen, niet hardop en met een knorrend bijgeluid, soms spottend [grinniken, grinnieken, gabberen, gramelen, gremelen] [N 85 (1981)] III-1-4
groefpasser groevenkrabber: grōvǝkrabǝr (Montfort), leerpasser: lę̄rpasǝr (Montfort) Het verstelbaar tweebenig werktuig om een gleuf in het leer uit te zetten. Met het lange been gaat men langs de buitenkant van een riem, zodat het korte been met de punt op de gewenste afstand evenwijdig aan de rand een groef maakt (Linssen 1967, pag. 53). [N 36, 32; N 36, 33; N 36, 30] II-10
groei wasdom: was˱dōm (Montfort) Opgaven voor de uitdrukking "er zit geen groei in". [L 8, 7a; monogr.] I-4