e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
juffrouw juf: juf (Montfort), juffer: joffer (Montfort, ... ), juffrouw: juffrouw (Montfort, ... ) hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)] || juffer [SGV (1914)] III-3-1
jukbeen koon: kone (Montfort), koon (Montfort) Jukbeen: het wangbeen onder het oog (koon). [N 84 (1981)] III-1-1
juweel juweel: juweel (Montfort, ... ) een geslepen edelsteen die als sieraad dient [juweel, edelsteen, bijou, bagge] [N 86 (1981)] III-1-3
kaak kaak: kake (Montfort) Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)] III-1-1
kaakbeen(rand) raak: raa.k (Montfort) kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)] III-1-1
kaakgestel kaken (mv.): kake (Montfort), káákə (Montfort) kaak: Beide kaken tezamen (kakement, schaar). [N 84 (1981)] III-1-1
kaal (zijn), kaal hoofd kale glibber: kale glibber (Montfort), kletskop: kletskop (Montfort), maan: maon (Montfort), plaat: plaet (Montfort), platenkop: platekop (Montfort) kaal hoofd (hebben) (spotbenamingen) [kletskop, hij is bij het goevernement] [N 10 (1961)] III-1-1
kaam kaam/kamen: kø̄mǝ (Montfort) Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.] II-2
kaantjes krapjes: krèpkes (Montfort) vetklonters die overblijven bij het smelten van runds- of varkensvet [N 06 (1960)] III-2-3
kaaps viooltje kaaps viooltje: -  kaapsfiuelke (Montfort, ... ), kaapviooltje: eigen spelling  kaapfieulkə (Montfort) kaapsviooltje (Saintpaulia ionantha) [DC 60a (1985)] || Kaapsviooltje (saintpaulia). Kas en kamerplant met violette of roze bloemen (violettekesplant, kaaps viooltje, poliake). [N 92 (1982)] III-2-1