22858 |
kraaltjes |
kraaltjes:
krölkəs (L382p Montfort)
|
kraaltjes [RND]
III-3-2
|
32621 |
kraan van de metalen gierton |
waaier:
wɛ̄i̯ǝr (L382p Montfort)
|
De kraan van de zinken gierton bestaat uit een korte, met een schuif of klep te sluiten buis, die van achteren voorzien is van of zich voortzet in een schuine of opgebogen lip of plaat. Als de kraan geopend is, stroomt de gier uit de ton tegen deze lip op waardoor zij zich in een wijde boog verspreidt. De in dit lemma opgenomen termen hebben achtereenvolgens betrekking op de kraan, het sluitstuk als geheel, het gierverspreidend onderdeel daarvan en de schuif of klep waarmee de kraan geopend en gesloten wordt. [JG 1a + 1b; N P, 6; N 11A, 54c; monogr.]
I-1
|
24196 |
kraanvogel |
kroenekraan:
kroenekraan (L382p Montfort)
|
kraanvogel [SGV (1914)]
III-4-1
|
17918 |
krabben |
dabben:
dabbe (L382p Montfort),
kratsen:
kratse (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
schabben:
sjabbe (L382p Montfort),
schobben:
sjoebbe (L382p Montfort)
|
krabben [SGV (1914)] || krabben: schuren, krabben tegen jeuk [schobbe] [N 10 (1961)] || krabben: zijn hoofd krabben tegen jeuk [kraowe] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
23718 |
kralen van de rozenkrans |
kraaltjes:
krelkes (L382p Montfort),
kralen:
kralle (L382p Montfort),
krolle (L382p Montfort)
|
De kralen van de rozenkrans [de kralle, krelkes, kraole, kräölkes?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
32072 |
kram |
slot:
šlǭt (L382p Montfort),
sluithaak:
slūthǭk (L382p Montfort)
|
Oog, haak of kram waarin het slaghout gestoken werd om het vast te zetten. [N 17, 21; N G, 56g]
I-13
|
21340 |
kramer |
kramer:
kremer (L382p Montfort)
|
kramer [SGV (1914)]
III-3-1
|
33896 |
krampig |
(het heeft) krampen:
kręmp (L382p Montfort)
|
Gezegd van een paard dat kramp in de benen heeft. Vooral als de paarden een tijdje gestaan hebben, zijn ze erg stijf in de achterpoten. Het paard gaat als een haan. Zie ook het lemma ''hanetred'' (7.29). [N 8, 94c]
I-9
|
21342 |
krant |
blad:
blaad (L382p Montfort),
gazet (<fr.):
gezet (L382p Montfort),
gezēt (L382p Montfort),
gezèt (L382p Montfort),
krant:
krant (L382p Montfort)
|
een dagelijks verschijnend drukwerk ter verspreiding van nieuws en wetenswaardigheden en tot voorlichting van het publiek [gazet, krant, courant, journaal, dagblad] [N 87 (1981)] || krant [SGV (1914)]
III-3-1
|
31339 |
kraspen |
tekenstift:
tęjkǝnstef (L382p Montfort)
|
In het algemeen een werktuig waarmee de metaalbewerker de afmetingen van een werkstuk op het plaatmateriaal aftekent. Het bestaat doorgaans uit een spitse stalen of koperen stift die soms in een houten heft gevat kan zijn. Zie ook afb. 71. [N 33, 245; N 64, 82a; N 64, 82c; monogr.]
II-11
|