e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ondermuts ondermuts: Veldeke  onger muts (Montfort) mutsje, zwarte ~ dat onder de grote witte poffermuts wordt gedragen [ondermuts] [N 26 (1964)] III-1-3
onderste band van de schoof onderste band: ǫŋǝlstǝ [band] (Montfort) Zie de toelichting bij het lemma ''garveband'' (4.6.9). Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) band het lemma ''garveband'' (4.6.9). [N 15, 22a] I-4
onderste handvat (onderste, korte, klein(e), voorste) kruk: øŋǝlstǝ krø̜k (Montfort) Het onderste handvat van de steel van de zeis, dat in de rechterhand wordt gehouden. Doorgaans is dit het korte handvat van model A, zoals beschreven in de algemene toelichting van deze paragraaf en in de toelichting bij het lemma ''steel van de zeis''; daar zijn ook de gegevens opgenomen omtrent de localisatie van model B, waarvan het onderste handvat in de kromming van de steel zit of waar dit handvat lang en T-vormig is. Om de varianten van de substantiva onder één woordtype bijeen te houden en een vergelijking met de opgaven voor het bovenste handvat te vergemakkelijken, zijn de adjectiva (onderste, korte, kleine, enz.) als facultatief in het hoofdwoordtype opgenomen. Zie afbeelding 4, A2 en B2.' [N 18, 67c; N C, 3b2; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3
onderste handvat van de heizicht onderste knab: ondǝrstǝ knap (Montfort) Bij een aantal opgaven van informanten is het niet duidelijk of het hier om het bovenste of onderste handvat gaat. [N 18, 77d] II-4
onderstel poten: pø̄t (Montfort) Het geheel van drie poten en een blad van een spinnewiel. [N 34, B3] II-7
ondersteunen (een muur) schoren: šǭrǝ (Montfort), opstutten: ǫpstøtǝ (Montfort) Een muur onderschragen met een stut of schoor. Zie voor de fonetisch niet gedocumenteerde vormen het lemma 'Muur'. [N 31, 48a; monogr.] II-9
onderstuk van een rijtuig bodem: boam (Montfort), burcht?: buirg (Montfort), de burg (Montfort) het onderstuk van een rijtuig [trein] [N 90 (1982)] III-3-1
onderwijzeres juf: juf (Montfort), juffrouw: juffrouw (Montfort), lerares: lerares (Montfort) een vrouwelijke leerkracht aan een lagere school (basisschool) [meesteres, tietepoot, metres, meesterse] [N 90 (1982)] III-3-1
onderzoek onderzoek: ongərzuck (Montfort), visitatie (<lat.): visitatie (Montfort) alle naspeuringen in een zaak [onderzoek, visitatie] [N 90 (1982)] III-3-1
ondeugend, stout ondeugend: ondeugendj (Montfort), ondeugənt (Montfort) stout, niet gehoorzamend aan bevelen, vooral gezegd van kinderen [ondeugend, ondeugendig, deugnietachtig] [N 85 (1981)] III-1-4