e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
op stelten lopen op stelten lopen: Opm. Duitse st.  op steltje laupe (Montfort), steltlopen: stelt laope (Montfort) Op stelten lopen [stelten]. [N 88 (1982)] || stelten [op ~ loopen] [SGV (1914)] III-3-2
opbrengst opbrengst: opbringst (Montfort), winst: winst (Montfort) dat wat iets bij verkoping oplevert, de opbrengst [schoor, winst] [N 89 (1982)] III-3-1
opeenschuiven opeenschuiven: opein schuuvə (Montfort), schuiven: schuuve (Montfort) stroppen: Op elkaar schuiven (stroppen). [N 84 (1981)] III-1-2
openbare verkoop veiling: veiling (Montfort), verkoop: verkaop (Montfort), verkoop (Montfort) een openbare verkoping aan de meest biedende; verkoping bij opbod bijv. van huizen, landerijen, groenten en fruit, vis, etc. [roep, veiling] [N 89 (1982)] III-3-1
openbare weg baan: baan (Montfort), steenweg: steinweeg (Montfort), steinwèg (Montfort) een grote, doorgaande weg, een openbare straatweg (baan, grootbaan, steenweg, kasseiweg, klinkerd, klinkweg) [N 90 (1982)] III-3-1
opening in een galmgat galmgat: galmgaat (Montfort) Elk van de openingen in zon venster [schal-laok,-loch?]. [N 96A (1989)] III-3-3
opereren opereren: opəreerə (Montfort), snijden: snieje (Montfort) Opereren: een operatie verrichten (vlijmen, snijden). [N 84 (1981)] III-1-2
opgooien (tossen) opgooien: opgaoien (Montfort), opgooje (Montfort) Het kansspel waarbij een munt opgegooid wordt; de winnaar is degene die goed voorspeld heeft welke zijde (kruis of munt) boven zal liggen [koppelen, letteren, opgooien, omgooien, omroeien]. [N 88 (1982)] III-3-2
opgroeiend jong kipje pulletje: pølkǝ (Montfort) Bedoeld wordt het kipje dat niet meer bij de klokhen is maar dat nog niet legt. [N 19, 40c] I-12
ophaler ophaler: ǫphǭlǝr (Montfort) Metalen staaf met een vlakke baan met in het midden een uitholling die over de klinknagel past. De ophaler dient om de rand van het gat van de aaneen te klinken delen vlak te slaan waardoor deze tegen elkaar aan komen te liggen. Zie ook afb. 180a. [N 33, 321; N 64, 74b; N 66, 20b] II-11