19258 |
bevelen |
bestellen:
bəsteillə (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
bevelen:
bevelen (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
opdragen:
opdraagə (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
iemand nadrukkelijk of met gezag opdragen iets te doen [heten, hieten, ordenen, bestellen, bevelen] [N 85 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|
33843 |
bevend schudden met de huid |
razelen:
rāzǝlǝ (L382p Montfort),
rij(e)ren:
rii̯ǝrǝ (L382p Montfort)
|
Rillen, beven, huiveren, vooral na zware arbeid, bij koude en uit angst. [N 8, 66 en 68]
I-9
|
34498 |
bevruchten |
treden:
trē̜i̯ǝ (L382p Montfort)
|
Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.]
I-12
|
33361 |
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal |
voerij:
[voerij] (L382p Montfort)
|
De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c]
I-6
|
19238 |
bewerkelijk (zijn) |
niet eenvoudig:
neet eenvoudig (L382p Montfort)
|
niet eenvoudig wat de bewerking betreft, veel tijd eisend [ruizig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19239 |
bewerkelijk werk |
precisiewerk:
preciese werk (L382p Montfort)
|
niet eenvoudig wat de bewerking betreft, veel tijd eisend [ruizig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23560 |
bewieroken |
wieroken:
wiereke (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
Wieroken, bewieroken [wiereke?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25231 |
bewolking |
lucht:
de lòch (L382p Montfort)
|
bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
18011 |
bewusteloos |
bewusteloos:
bewusteloos (L382p Montfort)
|
Wilt u het volgende zinnetje aanvullen: hij kreeg zon harde klap, hij viel ... neer. (buiten bewustzijn) [DC 60 (1985)]
III-1-2
|
18839 |
bezadigd |
bedaard:
bədaard (L382p Montfort),
bezadigd:
bəzadigd (L382p Montfort),
gemoedereerd:
gemodereerdj (L382p Montfort),
gemodəreerd (L382p Montfort)
|
zeer kalm [bezadigd, bedaard, gemoedereerd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|