22417 |
visvangst |
vangst:
vangs (L382p Montfort),
vangst (L382p Montfort)
|
Alles wat men vangt bij het vissen [vangst, rafel]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
19602 |
vlaaischotel |
vlaaienschotel:
flaajesjóttel (L382p Montfort),
vlaaischotel:
flaaischóttel (L382p Montfort)
|
schaal, plat, om een vlaai op te dienen [flaaischottel] [N 07 (1961)]
III-2-1
|
21424 |
vlaams |
vlaams:
vloams (L382p Montfort)
|
Vlaams; bijvoeglijk naamwoord - [DC 47 (1972)]
III-3-1
|
30136 |
vlaams verband |
vlaams verband:
vlǭms ˲vǝrbantj (L382p Montfort)
|
Verband, doorgaans toegepast bij muren dikker dan een halve steen, waarbij in iedere laag zowel koppen als strekken zijn verwerkt. Het verband is als volgt opgebouwd: eerste laag: drieklezoor, kop, strek, kop, strek, kop; tweede laag: kop, strek, kop, strek, kop, strek; derde laag: drieklezoor, kop, strek, kop, strek, kop, strek, enz. (Westra, pag. 20). De volgorde van de verschillende lagen kan variëren. [N 31, 24e; monogr.]
II-9
|
24266 |
vlaamse gaai |
markolf:
maerkoef (L382p Montfort),
merkhoef (L382p Montfort),
mérkoef (L382p Montfort),
meerkolf:
mèèrkoef (L382p Montfort),
meerkolver:
mèrkörver (L382p Montfort)
|
Hoe heet de Vlaamsche gaai? [DC 06 (1938)] || meerkol [SGV (1914)] || vlaamse gaai
III-4-1
|
21394 |
vlag |
vaan:
vaan (L382p Montfort)
|
vlag [SGV (1914)]
III-3-1
|
25003 |
vlak, gelijk |
vlak:
vlaak (L382p Montfort)
|
vlak [SGV (1914)]
III-4-4
|
24914 |
vlaktex |
blasse, de -:
op de blasse (L382p Montfort),
vlakte:
vlakte (L382p Montfort)
|
vlakte, vlakke of effen strook land [blakte] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
19413 |
vlam |
laai:
laai (L382p Montfort),
vlam:
vl‧am (L382p Montfort)
|
Vuurtong, vlam (vlam, laai) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
20064 |
vlambloem (phlox drummondii hook.) |
kennisbloem:
WLD (? kermisbloom - moeilijk leesbaar)
kennis bloom (L382p Montfort)
|
Vlambloem (phlox drummondi). De bladeren zijn langwerpig, de hogere met hun voet de stengel half omvattend. De plant is met klierharen bezet, meestal minder dan een halve meter hoog. De kelk en de slippen zijn omgekruld (kerkbloem, kermisbloem, vuurbloem, [N 92 (1982)]
III-2-1
|