33900 |
brokkelhoef |
weke voeten:
węi̯kǝ vø̄t (L382p Montfort)
|
Een hoef met wanden die zeer bros zijn en gemakkelijk afbrokkelen. In de hoornwand zijn kloven. Als het paard moet beslagen worden, is het moeilijk de ijzers goed vast te nagelen. [N 8, 90u]
I-9
|
24307 |
brommen, zoemen van een insect |
brommen:
bromme (L382p Montfort)
|
brommen [SGV (1914)]
III-4-2
|
22586 |
bromtol |
huildop:
huuldop (L382p Montfort)
|
Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt. I. als deze van hout en door een timmerman was gemaakt? [DC 24 (1953)]
III-3-2
|
24948 |
bron |
bron:
bron (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
sprong:
⁄ne sprunk (L382p Montfort),
(m.).; (het is niet de naam van de opening - die ken ik niet - maar van het hele "verschijnsel".
spr‧unk (L382p Montfort)
|
bron, natuurlijke opening in de grond waar water uit de grond opwelt [kwel, wel] [N 81 (1980)] || Natuurlijke opening in de grond waar water uit opwelt. [S 5; L 1a-m; L 22, 26; N 5A(I]
I-8, III-4-4
|
34342 |
bronstig |
berig:
bē.rex (L382p Montfort),
breustig:
brø̄stex (L382p Montfort)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.]
I-12
|
34141 |
bronstig op andere koeien springen |
schurgen:
sxø̄rgǝ (L382p Montfort)
|
[N 3A, 9b]
I-11
|
33864 |
bronstig, van merries |
hits:
hets (L382p Montfort),
rossig:
rø̜sex (L382p Montfort),
steeg (stadig):
štēx (L382p Montfort)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van merries. Een hengstige merrie reageert op de aanwezigheid van de hengst met het optillen van de staart. Ze neemt herhaaldelijk een urirende houding aan, waarbij kleine hoeveelheden urine worden geloosd, terwijl de clitorisch ritmisch naar buiten wordt geperst. Bij de afwezigheid van de hengst zijn deze symptomen minder duidelijk of soms geheel afwezig. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 8, 42a en 44; N 8A, 2; monogr.]
I-9
|
20769 |
brood |
brood:
brŏĕót (L382p Montfort)
|
brood [RND]
III-2-3
|
25500 |
broodoven |
oven:
ǭvǝ (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
ǭǝvǝ (L382p Montfort)
|
De diverse vragen vroegen in het algemeen naar "de oven" en niet specifiek naar "de broodoven" afgezien van N 29, 1a. Het merendeel van de antwoorden slaat op de oven aan huis of op de boerderij. Meer specifieke ovens zullen in de bakkerij gebouwd zijn. De königswinteroven is een oven gemaakt van grote blokken steen afkomstig uit königswinter. De vloer bestaat uit twee grote blokken. Deze oven is voorzien van drie kanalen (pijpen) die boven het gewelf zijn aangebracht. Kanalen voeren de rook van achter de oven boven over het gewelf naar voren waardoor de trek van het vuur veel beter regelbaar wordt gemaakt (z. wbd ii afl. 1 blz. 62). [N 29, 1a; N 5, 135; RND, 57; S 27; Wi4; L 12, 8; L 40, 13b; L 40, 14; L A 2, 277; monogr.]
II-1
|
24983 |
bros, breekbaar |
broos:
broos (L382p Montfort, ...
L382p Montfort,
L382p Montfort),
sprok:
spròk (L382p Montfort)
|
bros [SGV (1914)] || hard aanvoelend en toch gemakkelijk breekbaar [bros, sprok, ras, broos] [N 91 (1982)]
III-4-4
|