20332 |
dochter |
dochter:
dochter (L382p Montfort)
|
dochter; (Hoe wordt de dochter door de ouders aangesproken, als zij niet bij zijn naam wordt genoemd?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20419 |
dode |
lijk:
ein liek (L382p Montfort),
liek (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
het dode lichaam van een mens [lijk, dode, kadaver] [N 87 (1981)] || het lijk [de liech] [N 96D (1989)]
III-2-2
|
24726 |
dode tak |
dorre tak:
WLD
(dorrətàk) (L382p Montfort),
stek:
WLD
stèk (L382p Montfort)
|
Een dode tak (stek). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
23388 |
dodenhuisje |
dodenhuisje:
doeajenhuuske (L382p Montfort)
|
Een mortuarium, dodenkapel in of bij de kerk. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
20441 |
dodenwake |
dodenwacht:
doeajewach (L382p Montfort)
|
de dodewake [doeëdewach] [N 96D (1989)]
III-2-2
|
22674 |
doedelzak |
doedelzak:
doedelzak (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
Het blaasinstrument dat bestaat uit een leren zak waarin de speler lucht blaast die hij dan door druk met de arm in een soort schalmei met toongaten blaast; andere schalmeien aan de zak blijven dezelfde toon geven [doedelzak, doerelzak, moemelzak]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
18252 |
doek |
doek:
dook (L382p Montfort)
|
doek [SGV (1914)]
III-1-3
|
22873 |
doel |
goal (eng.):
goal (L382p Montfort),
gool (L382p Montfort)
|
Het doel. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
22595 |
doel bij verstoppertje spelen add. |
betrekken:
betreikke (L382p Montfort)
|
Het doel bij het verstoppertje spelen [buut]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
17925 |
doelloos friemelen |
duimen draaien:
doemə drèjə (L382p Montfort),
friemelen:
friemelen (L382p Montfort)
|
haffelen: Doelloos met de handen spelen (haffelen, krawietelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|