e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

Gevonden: 5966
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dominicaan dominicaan: domenekaan (Montfort) Een Dominicaan [Dómmenekaan, preekheer, preekhier]. [N 96D (1989)] III-3-3
domino domino: domino (Montfort, ... ) Het spel met 28 stenen die op één zijde met ogen of een punt gemerkt zijn (van dubbel blank tot dubbel zes) die tegen elkaar gelegd m oeten worden zó dat telkens gelijke ogen aan elkaar sluiten en waarbij iedere speler probeert domino te worden, d.w.z. zi [N 88 (1982)] III-3-2
domme man domkop: domkop (Montfort), dommerik: dommərik (Montfort), dromer: nen dreumer (Montfort), lomperik: lomperiek (Montfort) een dom persoon [domoor, dommerik, dotskop] [N 85 (1981)] || niet gemakkelijk denkend, beperkt van verstand, dom [dom, stom, lomp] [N 85 (1981)] III-1-4
domme vrouw dom mens: dom mins (Montfort) een dommme vrouw [lut, kul, dulleke] [N 85 (1981)] III-1-4
dommekracht winde: wenj (Montfort) Werktuig om zware voorwerpen op te tillen. Het bestaat uit een zware kast, waarin een getande stang met haak door middel van een zwengel omhoog en omlaag kan worden bewogen. De dommekracht wordt onder het op te heffen voorwerp geplaatst. Zie ook afb. 3. [N 33, 219] II-11
dompelen dompelen: dompələ (Montfort), dopen: deupe (Montfort), onderduwen: ongerduje (Montfort), soppen: soppen (Montfort), soppə (Montfort) dompelen [SGV (1914)] || Dompelen: geheel doen onder gaan in een vloeistof (dompelen, duwen, soppen, onderduwen). [N 84 (1981)] || in een vloeistof dompelen [dopen, doppen, dompelen] [N 91 (1982)] III-1-2, III-4-4
domper domper: domptø̜r (Montfort) Zware stang om klinknagels tegen te houden bij het maken van de sluitkop. De voorzijde van de domper kan vlak zijn of er kan een uitholling in zijn aangebracht. Soms wordt voor dit werk ook een zware hamer gebruikt. Zie ook afb. 179. [N 33, 299] II-11
donderen hommelen: hommele (Montfort), ’t hómmetj (Montfort) donderen [SGV (1914)] || donderen [hommelen] [N 22 (1963)] III-4-4
donderkruid hommelkruid: h‧ómməlkroe.t (Montfort) donderkruid (Inula vulgaris), weinig voorkomende samengesteldbloemige plant die 90 cm hoog kan worden, met langwerpige ronde bladeren en lichtbruin getinte bloemhoofdjes [N 37 (1971)] III-4-3
donderslag helle slag: hèlle slaag (Montfort), klats: ne klaats (Montfort) hevige donderslag [ketterslag, kletteraar] [N 81 (1980)] III-4-4