e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mopertingen

Overzicht

Gevonden: 1389
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ziek ziek: ziek (Mopertingen), zik (Mopertingen) ziek [ZND 39 (1942)], [ZND 46 (1946)] III-1-2
ziekte ziekte: dei ziekte es besmettelijk (Mopertingen) die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] III-1-2
zien, kijken zien: zien (Mopertingen, ... ) Jan heeft een dikke stok op de weg zien liggen. [ZND 46 (1946)] || kijken [ZND 25 (1937)] III-1-1
zijde spek viedel: ouder  vjoͅdəl (Mopertingen), zij: zeͅi (Mopertingen) zijde spek [Goossens 1b (1960)] III-2-3
zijladder ledder: lɛdǝr (Mopertingen), ledders: lɛdǝrs (Mopertingen), lɛdǝrǝ (Mopertingen) Ladderachtige zijkant van de hooikar. De zijladder bestaat uit een aantal sporten, die twee ladderbomen verbinden. Een gedeelte van dit materiaal werd al behandeld in wld I.3, maar wordt hier volledigheidshalve herhaald en aangevuld. [N 17, 12a + 30b + 40 + 46b + add; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 1d; A 26, 2a; Lu 4, 2a; monogr.] I-13
zijladders van de oude kar ledders: lɛdǝrs (Mopertingen), lɛdǝrǝ (Mopertingen) De open ladderachtige constructies aan de zijkanten van de oude hooikar. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 16, de foto''s a en b. Het lemma bevat alleen meervouden. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel øhooiŋ zie het lemma ''hooi''.' [N 17, 12a en 30b; A 26, 2a; Lu 4, 2a] I-3
zijwand komp: (mv)  ko.mpǝ (Mopertingen) Elk van de zijkanten van een kar, wagen of kruiwagenbak. Herhaaldelijk worden in het materiaal speciaal de zijkanten van een hoogkar vermeld, die afgenomen kunnen worden. De zijwanden van de slagkar, die samen met de voorwand een vast geheel vormen, krijgen vaak geen aparte naam. De zijplanken zijn horizontale planken die tegen verticale rongen staan en waarop verhoogsels gezet kunnen worden. De woordtypes kist, mouw, komp en korf, die thans "elk van de twee zijwanden" betekenen, zijn oorspronkelijk termen voor de kar- of wagenbak als geheel. De benamingen voor dit geheel worden behandeld in het lemma bak. De meer specifieke benamingen voor de zijwanden van de kruiwagen worden onder het betreffende lemma behandeld. [N 17, 30a + 40 + 46a + add; N G, 53c + 60 a-b; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2a; JG 2b; JG 2c; A 26, 2b; Lu 4, 2b; monogr.] I-13
zingen zingen: zenge (Mopertingen) III. zingen; hij zong; gezongen. [ZND 25 (1937)] III-3-2
zitten zitten: zitten (Mopertingen) zitten [ZND 46 (1946)] III-1-2
zo arm als ... zo arm als de straat: hè is zoe erm es de straot (Mopertingen) Hij is zo arm als... (uitdrukkingen). [ZND 32 (1939)] III-3-1