e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Moresnet

Overzicht

Gevonden: 622
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zonder voor spitten buttelen: bø.tǝlǝ (Moresnet) Manier van spitten waarbij men - anders dan bij het spitten in voren - min of meer in de breedte werkt en iedere spade grond voor zich uit (voor de hand) omlegt. [N 11, 65c; N 11A, 148b; div.] I-1
zool zool: zǭl (Moresnet) Het gedeelte van de onderkant van de hoef rondom de straal (3.6.3). [N 8, 33] I-9
zuchten zuchten: zø͂ͅə.tə (Moresnet) zuchten [snokke] [N 10 (1961)] III-1-4
zwaar paard bonk: bōŋk (Moresnet), klots: klots (Moresnet), zwaar: šwuǝr (Moresnet) Zwaargebouwd paard, geschikt voor het veldwerk of als trekdier. Zie afbeelding 7. [JG, 2c; N 8, 62d, 62e en 64b] I-9
zwak en mager persoon vel en knoken: vê.l eͅ.n knőͅə.k (Moresnet) mager [schrepel, schraal] [N 10 (1961)] III-1-1
zwarte kraai, kraai kraan: krōͅ:n (Moresnet) kraai, zwarte en bonte ~ (47 als roek [076] zonder kale plek; veren niet zo slordig en met groenige glans; broedt eenzaam in bos; roep [korrr] [N 09 (1961)] III-4-1
zwarte mees keesbuidel: kaasbuidel"(?JK)  ki‧ə.sby.l (Moresnet), keesmeesje: kaasmeesje  ke‧sme‧s.kə (Moresnet) zwarte mees (11 net een kleine koolmees [052], maar zonder gele kleur en zwarte buikstreep, wel met een witte nekplek; alleen in mast- en sparrenbossen; nest vaak in bodemgaatje; roep snel [tjietjai, tjietjai] [N 09 (1961)] III-4-1
zwarte roodstaart boekvink: bo‧vê.ŋk (Moresnet) zwarte roodstaart (14 rood trilstaartje, man is van voren roetzwart en heeft wittige vleugelvlek; echte gebouwenvogel; broedt daar binnenin; roep driftig [wiet, wiet, tk, tk]; zang hoog vanaf gebouw [bi-bi-kchchchch...bu-bi-bi] [N 09 (1961)] III-4-1
zweer wrattel: vratǝl (Moresnet) [N 8, 90b en 90t] I-9
zweet zweet: šwê.t (Moresnet), žwê.t (Moresnet) zweet [N 10 (1961)] III-1-2