e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Munsterbilzen

Overzicht

Gevonden: 1290
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
knorren knorren: knǫrǝ (Munsterbilzen) Het natuurlijke geluid van een varken. [N 19, 23; Wi 56; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
knuppel, knots knuppel: knipəl (Munsterbilzen) knuppel [RND] III-1-2
koe koe: (Munsterbilzen) Volwassen vrouwelijk rund, in de regel een rund dat één of meerdere keren gekalfd heeft. Zie afbeelding 5. Op de kaart is het woordtype koe niet opgenomen. [JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 11; Gwn V, 2a; L 1a-m; L 4, 37; L 5, 27b; L 7, 61b; L 14, 26 en 88; L 20, 11; L 27, 5 en 57; L 29, 44; L 38, 44; L 40, 21b; L 44, 16, 21a en 39; R 12, 29; R (s] I-11
koeherder koeherd: kuhīǝt (Munsterbilzen) Zie ook het lemma ''koewachter, veeknecht'' (1.3.14) in wld I.6, blz. 23-25. [N 3A, 12b; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
koffie caf: kaffei (Munsterbilzen) (koffie) hij doopt zijn brood in zijn koffie [ZND 23 (1937)] III-2-3
koken (intr.) koken: kŏĕwkə (Munsterbilzen) koken [RND] III-2-3
komen komen: kuomə (Munsterbilzen) komen [RND] III-1-2
koning koning: kjineŋ (Munsterbilzen) koning [RND] III-3-1
koningin koningin: kīǝneŋin (Munsterbilzen) Het enige volmaakt vrouwelijke dier in een bijenkolonie. Geslachtelijk is de koningin gelijk aan de werkbij, maar in het larvestadium is de aanstaande koningin gevoed met hoogwaardige voedingsstoffen, de koninginnegelei, en de werkbij niet. In ieder volk is slechts één koningin aanwezig. Haar enige taak bestaat in het leggen van eieren. Zij kan bevruchte of onbevruchte eieren leggen. Uit de bevruchte eieren ontstaan werkbijen of eventueel koninginnen, uit de onbevruchte komen de darren. Een koningin kan een leeftijd van vier à vijf jaar bereiken. Is zij niet meer in staat eieren te leggen en daardoor nutteloos geworden voor de kolonie, dan wordt de oude koningin vervangen door een nieuwe. [N 63, 12d; S 3, L 1a-m; JG 1a + 1b; JG 2b-5, 12; R 3, 42; Ge 37, 37; A 9, 3; monogr.] II-6
kookkachel, fornuis cuisinière (fr.): kwizenjēͅr (Munsterbilzen) de vierkante kookkachel, met twee of vier ovens van voren [ZND 23 (1937)] III-2-1