32635 |
meerscharige ploegen |
tweevoorder:
twēǝvø̄rdǝr (Q022p Munstergeleen)
|
Met een meerscharige ploeg wordt een ploeg bedoeld die uitgerust is met twee, drie of meer scharen en waarmee evenzovele voren tegelijk omgeploegd worden. Over het algemeen - en uit een aantal benamingen blijkt dat ook - gebruikt men deze ploeg voor het oppervlakkig ploegwerk met name voor het omploegen van een stoppelveld. Van de onderstaande woordtypen die met drie- beginnen, vertegenwoordigt het eerste lid tevens dialectvarianten van het type drij. [N 11, 30; N 11A , 75 a-c ; N J, 10; JG 2b-4, 1; monogr.]
I-1
|
21273 |
meester |
meester:
meister (Q022p Munstergeleen)
|
meester [SGV (1914)]
III-3-1
|
33337 |
meid, dienstmeid |
dienstbode:
dēnsbōdǝ (Q022p Munstergeleen),
maagd:
māt (Q022p Munstergeleen)
|
Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.]
I-6
|
24582 |
meidoorn |
heggenstruik:
hêkkestroek (Q022p Munstergeleen)
|
haagdoorn [SGV (1914)]
III-4-3
|
24331 |
meikever |
meikever:
meikever (Q022p Munstergeleen)
|
meikever [SGV (1914)]
III-4-2
|
20309 |
meisje |
juffer:
meisje ouder dan 16 jaar
jufər (Q022p Munstergeleen),
kind:
jong meisje
keͅntj (Q022p Munstergeleen),
meidje:
in het algemeen en voor jong meisje
mēͅtjə (Q022p Munstergeleen),
ps. boven de ê staat nog een lengteteken; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.
mêdje (Q022p Munstergeleen),
tant:
meisje ouder dan 16 jaar
tant (Q022p Munstergeleen)
|
meisje [SGV (1914)] || meisje; Zijn er verschillende namen voor kinderen van verschillende leeftijden? [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20366 |
meisje met wie een jongen verkering heeft |
aanstaande:
mīn ānstōͅndə (Q022p Munstergeleen),
liefste:
mīn lēfstə (Q022p Munstergeleen),
meidje:
mi mēͅtjə (Q022p Munstergeleen),
ət mēͅtjə (Q022p Munstergeleen)
|
Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft? (Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
18637 |
meisjespantalon met kanten pijpen |
kanten boks:
kantje boks (Q022p Munstergeleen)
|
meisjespantalon (vero) met kanten pijpen die tot onder de knieën reiken [N 25 (1964)]
III-1-3
|
34454 |
mekkeren |
bleken:
blē̜kǝ (Q022p Munstergeleen)
|
Geluid voortbrengen, gezegd van de geit. [N 19, 76b; monogr.]
I-12
|
34237 |
melk |
melk:
męlk (Q022p Munstergeleen),
męlǝk (Q022p Munstergeleen)
|
De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.]
I-11
|