e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Munstergeleen

Overzicht

Gevonden: 2500
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
groot kamrad kamrad: kamrad (Munstergeleen) Het grote verticaal geplaatste kamwiel aan de molenas van de watermolen dat tot taak heeft de draaiende beweging van de as over te brengen op een spijlenrad. Het kamwiel kan zowel van hout als van metaal zijn vervaardigd. Het kamrad zet in de meeste watermolens uit het onderzoeksgebied een horizontaal kamrad, het zgn. kleine kamrad, in beweging. Een aantal meter boven dit rad bevindt zich op dezelfde as het grote kroonwiel dat op zijn beurt de twee of vier rondsels doet draaien. Zie ook het lemma ɛaswielɛ. Het betreft daar materiaal met betrekking tot het vergelijkbare kamwiel in windmolens.' [Vds 79; Jan 99; Coe 79; Grof 98; N O, 11a; A 42A, 8; monogr.; N D, 26] II-3
grootmoeder besje: bɛškə (Munstergeleen), bestemoeder: bēͅstəmōdər (Munstergeleen), grootmoeder: groitmooder (Munstergeleen) grootmoeder [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
grootouders besteouders: bēͅstəau̯əs (Munstergeleen), grootouders: groatau̯əs (Munstergeleen) grootouders [DC 05 (1937)] III-2-2
grootte grootte: greùtte (Munstergeleen) grootte [SGV (1914)] III-4-4
grootvader bestevaar: cf. VD s.v. "bestevaar  bēͅstəvār (Munstergeleen), bestevader: bēͅstəvādər (Munstergeleen), grootvader: groat˃vādər (Munstergeleen) grootvader [DC 05 (1937)] III-2-2
grootx groot: gróat (Munstergeleen) groot [DC 03 (1934)] III-4-4
grote hoeveelheid, hoop hoop: houp (Munstergeleen), hopen (mv.): huip (Munstergeleen) hoop [SGV (1914)] || hoopen (mv.) [SGV (1914)] III-4-4
gruwelijk vreselijk: vreizelik (Munstergeleen) gruwelijk [SGV (1914)] III-1-4
guit snaak: sjnaak (Munstergeleen) guit [SGV (1914)] III-1-4
gulden gulden: guije (Munstergeleen) gulden [SGV (1914)] III-3-1