e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Munstergeleen

Overzicht

Gevonden: 2500
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
karwip domper: dōmpǝr (Munstergeleen), wip: wøp (Munstergeleen) Werktuig dat door smeden wordt gebruikt om karren op te lichten, bijvoorbeeld wanneer er onderdelen van een wiel zoals een naafbus of wielband vervangen moeten worden. Het bestaat uit een getande stang die door middel van een hefboom omhoog en omlaag kan worden bewogen. Mogelijk kunnen met de termen in dit lemma ook andere soorten heftoestellen worden bedoeld. Zie ook afb. 208. [N 17, 81; N 33, 283; monogr.] II-11
kast kast: kas (Munstergeleen), schap: šāp (Munstergeleen) kast [SGV (1914)] III-2-1
kat kat: kat (Munstergeleen) kat [SGV (1914)] III-2-1
katholiek katholiek (<fr.): katteliek (Munstergeleen) katholiek [SGV (1914)] III-3-3
katoen katoen: katūn (Munstergeleen) Uit katoendraden geweven stof. Leverancier van de katoendraad is een kruid-, struik- of boomachtige plant ø̄voor het grootste deel verbouwd in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Egypte (macco of mako), Oost-Indië, China, Ethiopië en Ruslandø̄ (Bonthond, s.v. ø̄katoenø̄). [N 62, 85; N 62, 77; N 62, 75c; N 59, 201; MW; L 1a-m; L 27, 73; L 41, 40a; S 17; monogr.] II-7
kauw dool: daol, dölkə (Munstergeleen, ... ) Hoe heet de kauw? [DC 06 (1938)] III-4-1
keel, strot strot: sjtroat (Munstergeleen), strots: stròts (Munstergeleen) keel (uitwendig) (strot) [DC 01 (1931)] || strot [SGV (1914)] III-1-1
kennen kennen: kinne (Munstergeleen) kennen [SGV (1914)] III-1-4
kerel kerel: kêrel (Munstergeleen) kerel [SGV (1914)] III-3-1
kerk kerk: kirk (Munstergeleen) kerk [SGV (1914)] III-3-3