e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L288p plaats=Nederweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roep- en lokwoord voor de kip juuk, juuk: jȳk, jȳk (Nederweert) Naast de verschillende roepwoorden kan men de kippen ook lokken door een zuigend klappend geluid te maken met de tong tegen de tanden (P 176 (Sint-Truiden)) of door te fluiten (Q 2 (Hasselt)). [N 19, 44a; L 47, 9a; A 6, 2b; A 6, 2a; VC 14, 2n -r-; Vld.; L B2, 259a; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor de koe dè kom: dę kǫm (Nederweert), kom: kǫmǝ (Nederweert), kom dè: kǫm dɛ (Nederweert), kom met: kǫm mɛt (Nederweert) Men roept de koe naast de algemene benamingen koe, muk enzovoorts ook met het noemen van de kleur, b.v. zwarte en met een eigennaam als Lies en Berta. [N C, 16; VC 14, 2a (r] I-11
roep- en lokwoord voor het kuiken jiek, jiek, jiek: jik, jik, jik (Nederweert) [N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.] I-12
roepen roepen: roope (Nederweert) roepen [SGV (1914)] III-3-1
roepnaam van de hond zoek: eieg.: roepnaam bij kinderen  soek (Nederweert) hond III-2-1
roepwoord voor de geit met: mɛt (Nederweert) [N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.] I-12
roerdomp rosdomp: rosdoompf (Nederweert), rosdómpf (Nederweert), ròsdómpf (Nederweert) roerdomp || roerdomp (76 bruingestreepte, geheimzinnige rietvogel die in het voorjaar een ver hoorbaar geluid laat horen [ehh-hóémmmmm], lijkend op loeien van een koe of geluid van een misthoorn; er is nog een kleine soort die blaft als een hondje [N 09 (1961)] III-4-1
roerzeef passe-vite: pas˃vit (Nederweert) roerzeef III-2-1
roet kruis: krūs (Nederweert) roet aan pan III-2-1
roet2 roet: rōt (Nederweert) roet III-2-1