e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L288p plaats=Nederweert

Overzicht

Gevonden: 3221
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grootmoeder grootmoeder: groeètmooder (Nederweert), meuntje: meunike (Nederweert), moetje: verouderd doch jonger dan eutje  mótje (Nederweert), oudje: eutje (Nederweert) grootmoeder [SGV (1914)] III-2-2
groots, wijds wijds: wejts (Nederweert) wijds, groots III-4-4
grootte grootte: gruudje (Nederweert) grootte [SGV (1914)] III-4-4
grote hoeveelheid, hoop hoop: hoop (Nederweert), hopen (mv.): huijpen (Nederweert) hoop [SGV (1914)] || hoopen (mv.) [SGV (1914)] III-4-4
grote knikker kuilenbal: koelebal (Nederweert), koêlebâl (Nederweert), kuilenkloot: Glazen stuiter.  koelekloot (Nederweert) Grote lemen, stenen stuiter. || Stenen stuiter voor kegelspel en koeleballe voortdrijven van ballen in kuiltje. || Verschillende soorten knikkers. [BN 03] III-3-2
grote lijster boslijster: bosliester (Nederweert), dikke klijster: dikke kliester (Nederweert, ... ), grote klijster: grôête kliester (Nederweert) grote lijster || grote lijster (27 forse vogel; vlekken vallen meer op dan bij zanglijster [019]; krachtige vlucht; ook op trek; broedt tegenwoordig ook bij woningen; luide zang en nest lijken op merel [018]; roep is hard geratel [N 09 (1961)] III-4-1
grote schoonmaak grote poets: gruətə puts (Nederweert) grote schoonmaak III-2-1
grote trom grote trom: ein groeëte trom (Nederweert) Een grote trom. III-3-2
grote weegbree keukenblader: vroeger als verpakking, omhulsel van etenswaar  kookeblaar (Nederweert), weegblader: mv.  weekblaar (Nederweert) weegbree || weegbree, grote — III-4-3
grutto grietje: gritje (Nederweert), grutto: gruutoo (Nederweert) grutto || grutto (41 lange rechte bek en poten; wit in de vleugel; luidruchtig; algemeen in weiland; roep onder de pronkvlucht hoog in de lucht [grrieto, grrieto] [N 09 (1961)] III-4-1