e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nederweert

Overzicht

Gevonden: 3221
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
goede kamer, ontvangkamer beste kamer: bēstəkāmər (Nederweert), stoofkamer: stōfkāmər (Nederweert) huiskamer, pronkkamer || voorkamer, kamer die verwarmd werd III-2-1
goede- opbrengst geven (goed) schieten: sxitǝ(n) (Nederweert), (is goed) verschaard/verschoren: vǝrsxērtj (Nederweert) Werkwoordelijke uitdrukking van het vorige lemma "de oogst levert goed op", "staat er goed voor". Zeer algemene uitdrukkingen als "(de oogst) staat goed" of "(de oogst) staat schoon" zijn hier niet opgenomen. Vergelijk ook het lemma ''groeien'' (1.1.4). [N 15, 12; monogr.; add. uit N 15, 10 en 11; L 5, 39; L 39, 39] I-4
goedheid goedigheid: goojigheit (Nederweert) goedheid III-1-4
goedigheid goedigheid: gootigheit (Nederweert) goedigheid III-1-4
goedkoop goedkoop: goojekoup (Nederweert) goedkoop [SGV (1914)] III-3-1
goedsmoeds, welgemoed goedig: gootig (Nederweert) goedig III-1-4
goedzak bluts: bluts (Nederweert), goede kloot: gooje kloeèt (Nederweert), goede sok: gooje zok (Nederweert), klootje: kluuëtje (Nederweert), kuis: kui-jes (Nederweert), lobbes: löbbes (Nederweert), slofferd: slóffert (Nederweert) goedaardig mannetje || goedig mens || goedzak [SGV (1914)] || goeierik || lobbes, goedzak III-1-4
gooien smakken: smakke (Nederweert), smijten: smiette (Nederweert) werpen [SGV (1914)] III-1-2
gootsteen pompensteen: po.mpəsteͅi̯.n (Nederweert), poompestei:n (Nederweert), pompsteen: po.mpsteͅi̯.n (Nederweert), als het van steen is.  pómpstei:n (Nederweert) afwasbak [N 07 (1961)] || gootsteen III-2-1
gordijnroede gordijnenroede: gərdī.nəru.i̯ (Nederweert) gordijnroede III-2-1