e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L294p plaats=Neer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lui (lieden) mensen: minsə (Neer), minsən (Neer) mensen [RND] || volk [RND] III-3-1
luid schreien beuken: beouke (Neer), janken: janke (Neer) zeer luid huilen [janken, schreiten, beuken] [N 85 (1981)] III-1-4
luiden luiden: loewe (Neer) Luiden [luuje, lujje, loewe?]. [N 96A (1989)] III-3-3
luieren luieren: luiere (Neer), vuiliken: voelikke (Neer) zijn tijd met nietsdoen doorbrengen en ook geen zin hebben om iets te doen [luieren, luibroeken, luierikken] [N 85 (1981)] III-1-4
luilak luilak: luilak (Neer), vuilak: voelik (Neer) Het gebruik op zaterdag vóór Pinksteren degene die het laatst uit bed is, uit te schelden [luilak]. [N 88 (1982)] III-3-2
luisteren luisteren: sjrep loestere (Neer) [N 84 (1981)] III-1-1
luns leun: lø̄n (Neer), luns: lø̄ns (Neer) Metalen spie die door een gat in het uiteinde van de wagenas wordt gestoken om te verhinderen dat het wiel van de as kan afdraaien. Zie ook afb. 216. [N G, 50c; N 17, 63; JG 1a; JG 1b; Wi 13, add.; L 39, 22, add.; div.] II-11
lunsschijf knalschijf: knalšīf (Neer) Ronde, met het wiel meedraaiende schijf tussen naaf en luns die de naafbus afsluit zodat er tijdens het rijden geen vet of smeer verloren gaat en er geen vuil de naafbus kan binnendringen. Bij modernere, metalen fabrieksassen werd de lunsschijf vervangen door een metalen, dopvormige moer die op de as wordt geschroefd en met behulp van een luns tegen losdraaien wordt vastgezet. Van der Kloes en Van Helden (pag. 21) noemen dit type naafbus halfpatentbus. [N G, 50b; N 17, 64] II-11
lurken lurken: lurke (Neer) lurken; Hoe noemt U: Hoorbaar zuigen aan een pijp (lurken) [N 80 (1980)] III-2-3
lusten hij spijt er niet in: spuwt er niet in  hae sjpieter neet in (Neer) lusten; Hoe noemt U: Houden van een bepaald soort eten of drinken; zin hebben in eten of drinken (lusten, mogen) [N 80 (1980)] III-2-3