e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L294p plaats=Neer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verwensen naar de weerlist wensen: nao de waerlist winse (Neer), verwensen: verwinse (Neer) iemand kwaad toewensen [wensen, verdijen, verwensen] [N 85 (1981)] III-3-1
verzegeld broed gesloten broed: gesloten broed (Neer), gesloten dop: gesloten dop (Neer) Gesloten broed. Het stadium van het broed waarbij de larf volgroeid is. De cel wordt door de werkbijen afgedekt met zegelwas. De larf kan zich gaan verpoppen. [N 63, 25b; N 63, 20a; N 63, 23d; N 63, 23a] II-6
verzegelde honing verzegelde honing: verzegelde honing (Neer) Honing uit een verzegelde raat. Ten aanzien van het woordtype rijpe honing merkt de informant uit L 333 op dat men, wanneer een raampje voor twee-derde verzegeld is, de honing rijp mag noemen. [N 63, 114a; N 63, 113a; monogr.] II-6
verzoek aanhouden: aanhao (Neer), aanhaoje (Neer), bede: bae (Neer), baeje (Neer) het vragen iets te willen doen, verzoek [bede] [N 85 (1981)] III-3-1
verzuimen nalaten: naolaote (Neer), verzuimen: verzoeme (Neer) nalaten te doen wat men opgedragen gekregen heeft of wat men beloofd heeft [verzuimen, schrikken, fouten] [N 85 (1981)] III-1-4
vespers vesper (lat.): s zondags  də vespər (Neer) de vespers [RND] III-3-3
vest wambuisje: wéémeske (Neer) herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] III-1-3
vestzakje wambuistasje: wéémestèske (Neer) vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)] III-1-3
vetmesten mesten: mē̜stǝ (Neer) Vee vetmesten, in het bijzonder gezegd van stiertjes, kalveren en vaarzen. [N 38, 26; N 3A, 75a, 75b, 75c, 76 en 77a; monogr.] I-11
vetvliegen vetvliegen: vetvliegen (Neer) Het snel volvliegen door de bijen van korf of kast met honing bij goed honingweer. [N 63, 47c] II-6