e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitsliepen uitsliepen: ōētsjlie‧pe (Neerbeek) uitsliepen [sliep oet doon] [N 07 (1961)] III-3-2
uitstalling van het allerheiligste uitstelling van het allerheiligste: aotstèlling van het allerheiligste (Neerbeek) Uitstalling, uitstelling van het Allerheiligste [oessjtellóng van t allerhillieg-ste?]. [N 96B (1989)] III-3-3
unster ponder: punjere (Neerbeek) Weeginstrument met hefboomwerking. [N 18 (1962)] III-3-1
ursuline ursuline: Urseliene (Neerbeek) Een Ursulin [Ursulien]. [N 96D (1989)] III-3-3
vademen in de naald(e) vamen: en dǝ nǭlt vē̜mǝ (Neerbeek) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
vagevuur vagevuur: vagevuur (Neerbeek) Het vagevuur [vèègvuur, veëjevuur]. [N 96D (1989)] III-3-3
van de duivel bezeten van de duivel bezeten: van de duvel bezète (Neerbeek) Van de duivel bezeten [mit der duvel bezaese]. [N 96D (1989)] III-3-3
varken van acht tot twaalf weken scheuteling: šø̜̄tǝleŋ (Neerbeek) De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.] I-12
varkenston varkenstijn: vęrkǝstin (Neerbeek) Ton om gekookt varkensvoer in te bewaren. Zie voor de benamingen van "varkensketel" het lemma ''varkensketel'' in wld I.6 (2.2.11). [N 18, 131; monogr.] I-12
vaste misgezangen vaste gezangen: vaste gezangen (Neerbeek) De vaste misgezangen [Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Agnus Dei]. [N 96B (1989)] III-3-3