e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerglabbeek

Overzicht

Gevonden: 2098
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
elektriciteit elektriek: ēlətrek (Neerglabbeek) electriciteit [ZND 34 (1940)] III-2-1
elektrische tram elektrieken tram: elətrekə tram (Neerglabbeek) Een electrische tram. [ZND 34 (1940)] III-3-1
ellende (lijden) kranksel: krènksel (Neerglabbeek), malheur (fr.): doorgaans in het mv. en vergezeld door "make": dèè vent kan zuu koad wère, detter waal ins melère zuiw könne make (of mdoon) es het hèèm te erg weerd  meleer (Neerglabbeek) iemand die (of een toestand die) een bron van ergernis is || ongeluk III-1-4
els els: èèls (Neerglabbeek) elzeboom III-4-3
emmer emmer: emər (Neerglabbeek, ... ), imər (Neerglabbeek, ... ), Doa waas e gèètsje in mi-jnen immer Einen immer dings: een aanzienlijke hoeveelheid  immer (Neerglabbeek) emmer [ZND 08 (1925)], [ZND 24 (1937)] III-2-1
engel engel: ɛngəl twī ɛngələ (Neerglabbeek) Een engel, twee engelen. [ZND 34 (1940)] III-3-3
engerling, larve van de meikever spekmade: speͅkmāj (Neerglabbeek) engerling, meikeverlarve [ZND 34 (1940)] III-4-2
enkel enkel: eŋkəl (Neerglabbeek) enkel (subst) [ZND m] III-1-1
enten griffelen: grefələ (Neerglabbeek) [ZND 34 (1940)] I-7
envelop omslag: ejnə omslāx (Neerglabbeek) een omslag (van een brief) [ZND 39 (1942)] III-3-1