19400 |
pendule |
pendule:
penduul (Q096c Neerharen)
|
Klok op de schoorsteenmantel (pendule, horloge) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
17717 |
penis |
fluit:
Gemeen.
fluit (Q096c Neerharen),
lul:
Gemeen.
lul (Q096c Neerharen),
pielewie:
pielewie (Q096c Neerharen),
piemel:
piemel (Q096c Neerharen),
Onschuldig.
piemel (Q096c Neerharen),
piemeltje:
Kinderwoord.
piemelke (Q096c Neerharen),
Onschuldig.
piemelke (Q096c Neerharen),
pietemannetje:
Kinderwoord.
pietemenneke (Q096c Neerharen),
pisje:
Onschuldig.
piske (Q096c Neerharen),
pisser:
Onschuldig.
pisser (Q096c Neerharen),
pissertje:
Kinderwoord.
pisserke (Q096c Neerharen),
poep:
Kinderwoord.
poep (Q096c Neerharen),
poepje:
Kinderwoord.
poepeke (Q096c Neerharen)
|
[N 10c (1995)]
III-1-1
|
34116 |
penis van de stier |
schacht:
šax (Q096c Neerharen)
|
Mannelijk geslachtsorgaan. [JG 1a, 1b]
I-11
|
21415 |
pennenhouder |
pennenstok:
pennestok (Q096c Neerharen)
|
pennenhouder [ZND 40 (1942)]
III-3-1
|
33717 |
penwortel van een den |
spilwortel:
spelwǫrtǝl (Q096c Neerharen)
|
De penvormige wortel van een dennenboom. [N 27, 9b]
I-8
|
17911 |
persen |
werken:
werken (Q096c Neerharen)
|
Het maken van uitdrijvende bewegingen, gezegd van de koe die gaat kalven. [N 3A, 47]
I-11
|
24856 |
perzikkruid |
reuts:
rø̄.tš (Q096c Neerharen)
|
Polygonum persicaria L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in tuinen en wegbermen met zeer kleine roze bloempjes in de vorm van een aar, lancetvormige bladen met een zwarte vlek en roze-rode stengels. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 20 tot 100 cm. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1b, 1c, 2c; A 60A, 56]
I-5
|
18281 |
pet: algemeen |
pats:
patsj (Q096c Neerharen)
|
pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
33568 |
peterselie |
peterselie:
petərsē.li (Q096c Neerharen),
petərsēli (Q096c Neerharen)
|
[Goossens 1b (1960)] [ZND 05 (1924)]
I-7
|
24927 |
petroleum |
ptrole (fr.):
petrol (Q096c Neerharen)
|
petroleum, minerale licht ontvlambare stof die vooral tot verlichting in lampen en als brandstof wordt gebruikt [petrol, peter-, stink-, bron-, brom-, gasolie] [N 81 (1980)]
III-4-4
|