e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neeroeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pastinaak pastenakenpoten: pastenāke pūte (Neeroeteren) pastinaak [ZND 05 (1924)] I-7
pastoor pastoor (<lat.): pəstu.ər (Neeroeteren, ... ) pastoor [RND] III-3-3
patates frites friet: frit (Neeroeteren), Ze kocht zich èè ti-jsje frit möt majenèès  frit (Neeroeteren), frieten: fritte (Neeroeteren) friet || frieten || Patates frites (friet, petat?) [N 16 (1962)] III-2-3
pater pater (lat.): pa.tər (Neeroeteren), pa:tər (Neeroeteren) pater [RND] III-3-3
patroonheilige, kerkpatroon patroon (<fr.): alle drie de beteekenissen bestaan hier  ijne patroeën (Neeroeteren), een heilige (m)  eine petroen (Neeroeteren), heilige (m)  enne patroeën (Neeroeteren), men zegt altijd patroen.  eine patroen (Neeroeteren) Een patroon: uitspraak. [ZND 40 (1942)] III-3-3
patroontekenen tekenen: tęjkǝnǝ (Neeroeteren) Het zelf tekenen op papier van een knippatroon met de juiste maten en verhoudingen. [N 59, 48b] II-7
paus paus: de paus (Neeroeteren) De paus. [ZND 40 (1942)] III-3-3
peen, wortel poten: poete (Neeroeteren), potenkruid: mn de gele peen, voederplant  poetekroet (Neeroeteren) I-7
peer, soorten boomvlees: lett. boomvlees  buimvleis (Neeroeteren), peer: peer (Neeroeteren), peər (Neeroeteren), pēr (Neeroeteren), père, mv. met sleeptoon (Neeroeteren), pêr (Neeroeteren) [ZND 31 (1939)]peer || peer, coll. I-7
peetoom pee: verkorte vorm van piêtere  piê (Neeroeteren), peteren: pīētere (Neeroeteren), zie piê  piêtere (Neeroeteren) (doop)peter || dooppeter || peter (doopvader) [ZND 05 (1924)] III-2-2