e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neeroeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slak slak: slek (Neeroeteren, ... ) slak || slak, alg. [ZND 06 (1924)] III-4-2
slakkenhuis slakkenhuisje: slekkenhieske (Neeroeteren) slakkenhuis [ZND 01 (1922)] III-4-2
slank fijn: fiën (Neeroeteren) Slank, tenger: rank, smal gebouwd (slank, raal, reel, rank, riede). [N 106 (2001)] III-1-1
slappe koffie merenzeik: mèrezeik (Neeroeteren), mérrezeik (Neeroeteren), piezeloe: piezeloe (Neeroeteren) nogal slappe koffie of thee || Slappe koffie (lierie, loerie, zwadder, zwoelie, poelie, poelespaat, poelieprats, laarie, paalie, pèùjt, merriezèèjk?) [N 16 (1962)] III-2-3
slappe vilten hoed hoed: hòt (Neeroeteren) hoed, slappe, vilten ~ met deuk [lösjhood, scheurhood] [N 25 (1964)] III-1-3
slecht gesneden hengst piet: pit (Neeroeteren), pīt (Neeroeteren) Bij de piet is slechts één teelbal uitgesneden; men kan daarom spreken van een halfgelubde hengst. Bij de klophengst zijn één of beide zaadballen niet uit de buikholte ingedaald; hij mag niet voor de kweek gebruikt worden, omdat dit erfelijk is, en wordt door het verbrijzelen der teelballen met een houten hamer ongeschikt gemaakt tot de voortteling. Wie veel fokmerries bezit, gebruikt wel eens een klophengst om uit te proberen of de merries hengstig zijn en alzo de kostbare dekhengsten te sparen. [JG 1a, 1b; N 8, 20, 61a en 61b; monogr.] I-9
slecht mens, slechte kerel bandiet: bandiet (Neeroeteren), deugniet: deēgneet (Neeroeteren), onnutterik: onnētterik (Neeroeteren), slechterik: eine slechterik (Neeroeteren), sloeber: enne slobber (Neeroeteren), smeerlap: enne smiërlap (Neeroeteren), vagebond: vaagebŏnd (Neeroeteren), vagabond (Neeroeteren), vagebond (Neeroeteren), vlegel: vlegel (Neeroeteren), voyou (fr.): Fr. voyou Pas mè good op, want dèè vent is eine echte vejuw  vejûw (Neeroeteren) Een zeer slecht mens (galgenaas). [ZND 35 (1941)] || schurk, ploert III-1-4
slecht paard kreng: kreŋ (Neeroeteren) Er is weinig betekenisverschil met het vorige lemma. In vraag 62j werd het woord schend(meer) gesuggereerd. Dit is dan ook dominant, terwijl de overige antwoorden meestal ook in een ander lemma ondergebracht kunnen worden. [N 8, 62j] I-9
slecht van bouw krom: krump (Neeroeteren) De antwoorden van de correspondenten doelen vooral op een hol paard met ingevallen flanken en uitstekende heupen. Vgl. het lemma ''harmonisch van bouw'' (4.3.1). [N 8, 62k, 62l en 78a] I-9
slecht weer, hondenweer slecht (weer): slecht (Neeroeteren) slecht, gezegd van het weer [skeut, vut] [N 81 (1980)] III-4-4